r Dhr. JACOBS. Met dit laatste ben ik het eens. Dhr. DE JONG. Ik kan me met het ontwerp niet verenigen. De belastingbetalers worden hier •weer voor aangesproken. Ook zij hebben begaafde kinderen die zij willen laten studeren, ma ai- waarvan zij de kosten niet altijd kunnen betalen. Nu moeten zij betalen voor iemand die zij ntiet eens kennen. Dat er goede amb ten aren zijn is uiteraard een alge meen belang, maar dat sluit nog niet in dat het alleen goede amb tenaren zijn die een diploma be zitten. Ik ben er wej voor een inen te loos voorschot te geven mits dit onvoorwaardelijk wordt terugbe taald. Dhr. SWAGEMAKERS. Als ik me niet vergis is het een 3—jarige studie. De betrokken ambtenaar is dan nog twee jaar gebonden, in totaaj dus 5 jaren. Slaagt men niet dan wordt de bijdrage inge trokken. Dhr. KOENRAADT. Ik heb van die 5 jaar niets gelezen. Dhr. SWAGEMAKERS. Hel vloeit toch voort uil artikel 5. Dhr- KOENRAADT. In principe acht ik de regeling nljet juist. Thans wil ik er echter mee ac— coord gaan omdat de salarissen niet op peil zijn,. Is dit laatste ihiejt geval dan ware de rejgeling te herroepen. Dhr. HERBERS. Dhr. de Jong heeft gesproken over mensen die het slecht kunnen betalen. On danks het feit dat ik h'icr ir, ale een verkapte salarisverhoging ben ik er voor. Met dhr. van Nieuwen huyzen ben ik het eens dat de raad geval voor gevaL dient te beoordelen na 'voorlichting door B. en W. Ik voel 'er niets foor om gefortuneerde een tegemoet koming te geven. Betreft het ech ter een jonge ambtenaar op wie de studiekosten te zwaar drukken dan heb ik er niet het minste ïbie zwaar tegen. Het voorbehouden van de uiteindelijke beslissing aan 4

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1951 | | pagina 5