7
schermende maatregelen daartegen
genomen dienen fe woeden,
dringt genoemde afdeling er op
aan in de algemene. Politieverorde
ning een artikel op te nemen,
waarin voorwaarden gesteld wor
den waaraan ketting en hok moe
ten voldoen.
In verband hiermede stellen wij
U voor in de Algemene Politüe
verordening de volgende bepaling
op te nemen
Artikel 28bis. I
1. Het is gebruikers van erven
of landerijen verboden, op die
erven of landerijen een hond aan
een ketting of op andere wijze
vast te leggen of vastgelegd te
hebben.
2. Het verbod, bedoeld in het
eerste lid, geldt niet indien vol
daan is aan de volgende bepa
lingen
a. de ketting of het andere be
vestigingsmdddel, behoort ten
minste 2 m lang te zijn en mag
niet zwaarder zijn dan 300 gram
per meter.
b. de schakels van de ketting
mogen niet groter zijn dan 20 mm
c. een uiteinde van de ketting
dient verbonden te zijn aan de
halsband van de hond, het andere
aan een metalen ring, met een
inwendige doorsnede van tenm'in
ste 8 cm, welke zich vrij moet
kunnen bewegen langs een loop-
lijn, waaronder voor de toepassing
van dit artikel wordt verstaan een
niet hoger dan een meter boven
de begane grond, tussen twee ten
minste 10 meter uit elkaar ge
legen steunpunten horizontaal ge
spannen draad, ter dikte van ten
minste 10 mm.
d. de halsband moet bestaan
uit leer of weefsel, althans uit
materiaal dat onschadelijk is voor
de huid van de hond. De hals
band mag geen strophalsband of
prikkelhalsband zijn.
e. op het terrein waar de hond
is vastgelegd, moet eên deug
delijk ten allen tijden voor de
12