Jl normale eisen van het geven van lager onderwijs te stellen niet wor den overschreden, stellen wij U voor de gevraagde principiële me dewerking voor het sluitstuk van de nieuw bouw te verlenen. Z.h.s. wordt aldus besloten 4. VASTSTELLEN vergoedings bedrag ingevolge art. 101, 5c. lid der L. O. wet 1920 en vast stelling voorschotten 1951 voor de diverse schoolbesturen. VOORZ. Evenals vorig jaar kun nen ook voor 1951 de door de onderwijs inspectie aangehouden normen voor de verschillende on derdelen der vergoedingsbedragen gelden Toepassing der beleende J.- formule leidt tot een vergoedings bedrag voor g.Ro. van f 28,40 voor v.g.l.o. van f 47,50 en voor u.l.O'. van f 42,60 Deze bedragen worden ajleszins toereikend geacht voor de dekking van de in art. 55 bis genoemde kosten. De Inspecteur is ter zake gehoord. Wij stepen U voor de vergoe dingsbedragen overeenkomstig ge noemde bedragen vast te stelten. Z.h.s. wordt aldus besloten VOORZ. Ingevolge het zesde lid van artikel 103 der L. O. wet 1920 kunnen de schoolbesturen aanspraak maken op 'een voorschot op de exploitatie—vergoeding. Op verzoek dier besturen verleent de Raad dat voorschot, belopende per leerling het bedrag, dat voor heft betrokken jaar beschikbaar wórdt gesteld en berekend over het aan tal leerlingen over het afgelopen jaar. De vergoeding per leerling is vastgesteld op f "28,40 voor GLOf 42,60 voor ULO en f 47,50 voor VOLO. Wij stellen U voor te besj uiten tot toekenning van de volgende voorschotten 7

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1951 | | pagina 32