de fabriek te verplaatsen. Sept. 1951 zinspeelt X op een mogelijk vertrek in een speech, uitgespro ken ter gelegenheid van h;et met pensioen gaan van een der ge trouwen der fabriek. 16> Dec. 1951 heeft de Raad het rapport van B en W ontvangen. Alle sugesties van de fabrikant worden ons hier voorgeschoteld, deviezen verbruik incluis. De suggesties van de landbou wer kunnen volgens B en W moei lijk worden onderschreven. Vol gens B en W kunnen de argu menten van de boer gevoeglijk bui ten beschouwing worden gelaten als niet ter zake dienende. De plannen van Z die op zijn eigen grond, die B. en W. voor stelt te onteigenen, een stracarton industrie gaat vest'gen, voor zijn kinderen, die het voorbereidend stadium reeds zijn gepasseerd, worden dcor B. en W. om tech nische redenen niet uitvoerbaar ge acht, waarom wordt niet gezegd. Over de suggesties van de boer 24 Sept. 1951, 2 Oct. 1951, 8 Oct. 1951 en 14 Nov. 1951, waaruit o.m. blijkt, dat de vestiging van de nieuwe 'ndustrie serieus 's en deze officieel is aangevraagd, dat hij ook aan de Oosthavendijk een perceel grond wil kopen voor deze industrie, wordt met geen woord gerept. Ik zeg niet dat dit rapport misleidend is, ik zeg wel dat het eenzijdig is. De overweging van de C.S.M. om, als de grond niet van de land bouwer wordt afgenomen, te ver trekken, vind ik tegenover de ar beiders, die van generatie op gene ratie hun zweet en "hun energie hebben gegeven voor een bestaan ter verdeling van de werkelijke of niet werkelijke reuze bedragen aan commissarissen en aandeelhouders een slag in het gezicht. Het voorstel van B en W moge wettelijk in orde zijn, moreel acht ik het steunen ervan niet verant woord en uit Christelijk oogpunt verwerpelijk. 14

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1951 | | pagina 219