/■af
B en W en de Raad zijn het
eens, dat die in gebruik zijnde
f sterfputten onvoldoende zijn te
jLS achten. B en W en de Raad jui-
eensgezind het voornemen
tot uitbreiding toe. B en W en de
Raad zijn het eens, dat de direct e
van de fabriek rijk en machtig
is en dat wij bij de aankoop van
hun villa meer gechicaneerd zijn,
dan voor ons prestige goed was.
Maar nu scheiden onze wegen.
Iets wat voor B en W schijnbaar
niet bestaat, bestaat voor meerdere
raadsleden wel, het innemen, van
een principieel standpunt.
Het woord principieel wordt dik
wijls gebruikt, te pas of te onpas.
Het principe van meerdere raads
leden is dit en bestaat geen
recht van de meerderheid, geen
recht van de sterkste, geen recht
van de rijkste er bestaat alleen
>naar RECHT en al het andere
IS ONRECHT.
Kort en bondig zijn dit de fei
ten X is de C.S.M. Z is de
landbouwer. X. heeft miljoenen,
en Z heeft een stuk grond. X wil
de grond van Z tegen een prijs
die zijn taxateur billijk acht. Z
wil die prijs, die zijn taxateur bil
lijk acht.
Het blijkt, dat, om met het rap
port te spreken, 't verschil enorm
is,... doch van ons standpunt be
zien. Voor de geïnvesteerde en n
de loop der jaren verdiende m 1-
lioenen van X is het een grijp-
stuiver, temeer omdat de fabriek
met deze grond 'nog efficiënter
kan werken, noch meer mill oenen
kan verdienen.
Het wordt een prestige-zaak, 16
Juni 1950 wordt in het StaaLsbiad
de wet afgekondigd, no K 236
waardoor het mogelijk is dat de
gemeenteraad bevoegd wordt de
grond van landbouwer Z te ont
eigenen ten behoeve van X. 19
Januari 1951 jaagt X het gemeente
bestuur de stuipen op het lijf dat
als de grond van Z niet wordt
onteigend, overwogen zal worden
13