/.té
/*4nfofaé&
**>19 JtO>f 6
Dhr. KOENRAADT. Ik béh het
eens met dhr. Goderie. De Heer
Swage makers spreekt over een
salaris vier j,aging. Maar 't gaat niet
over het salaris maar over de
vestigiingstoejage. De reden daar
voor is komen te vervallen. Over
het algemeen hebben de artsen
een goed inkomen en die vestigings
toeiage i s nu niet meer nodig.
Dhr. SWAGEMAKERS. Maar
juist die vestigingstjoe 1 age moet
blijven bestaan. Het is toch voor
een ieder duidelijk dat bij de ab
normale duurte van he* leven
tegenwoordig, het niet kan be
staan om salaris vermindering loe
te passen. Als de dokter ons ga,af
verlaten zuilen we heel wa* meer
moeten betalen om een andere
te krijgen.
Dhr. HERBERS. Ik meen te
hebben opgemerkt dat het tijdvak
waarvoor een vestigingstcekige
toegekend was geacht wordt 'te
zijn verstreken. De situatie ligt wel
heej anders dan met de vroefdj
vrouw het geval was. Ik zou daar
om willen vragen, kan de termijn
niet met enkele jaren worden
verlengd Het jeven is inderdaad!
duur. Tegen oen redelijke over
gangsregeling heb ik geen be
zwaar.
Dhr. VAN NIEUWENHUYZEN
Ik ben het eens met de commissie
voor de personeelsaangelegenhe
den en B en W- De vestigings—
toejage is destijds gegeven omdat
cr anders een groot risico aan vas1
zat. Dat is nu met meer 't gevat
Het is onbillijk de ene arts twee
maal zoveel 'te geven dan de an
dere. Men moet hier geen dorps
politiek voeren.
Het voorstel van B en W wordt
hierna z..h-s. aangenomen.
De heren Swagemakers en van
der Velden verjangden aanteke
ning dat zij geacht wonden te
hebben tegengestemd.
5 VOORS1 E 'tot voorlopige goed
j^^o-keuritig van 't ontcigeningspian.
f VOORZ. In net bejang van de