■n^^r
-9 JUNI 1947 M
<r.
✓K-
verbetering van de financiële po
sitie van. dit personeel, dan die
vervat in het Kon. Besluit
G. 13, dienden naar het oordeel
van Ged. Staten achterwege te
blijvan zolang het rijk daarin niet
was voorgegaan. Nu dit door de
Minister van Binnenlandse Zaken
blijkens zijn circulaire in uitzicht
is gesteld, terwijl Ged. Staten te
gen aanpassing der lonen aan het
plaatselijk loonpij'l overeenkomstig
deze circulaire geen bezwaar heb
ben, komt het ons billijk voor de
ionen der werklieden met sp^ed
te herzien.
De werklieden, die naar onze
mening zijn te rangschikken on
der de categorie „geroulin eerden"
genieten een loon van f 33.22-
voor gehuwden en f 30.82 voor
de ongehuwden. (alle toelagen in
begrepen).
liet plaatselijk loonpeil be
draagt blijkens onderzoek voor
routiyo-arbeiders f 37.50 liet rijks
loonpeil f 37.44.
De huidige lonen der werklie
den zijn dus aanzienlijk beneden
zowel het rijksloonpeil als het
plaatselijk loonpeil komen te lig
gen.
Deze ernstige storing va,n het
evenwicht tussen het geldend be-
zoliligingspeil en .'het plaatselijk
en rijksloonpeil heeft in de ge
zinnen der werklieden een finan
ciële noodtoestand doen ontstaan
welke de toelage ex G 13 geens
zins vermocht op te heffen.
Wij zijn, van oordeel dat, wil
len de lonen aan redelijke eisen
voldoen, deze moeten worden ge
bracht op het rijksloonpeil.
Wij stellen, U voor dienovereen-
korngtig te besluiten.
Dhr. SEBRECHTS Gaat deze
regeling in met terugwerkende
kracht.
VOORZ. Neen. Bij aanneming
door de raad wordt de regeling
van kracht.
Dhr. SEBRECHTS Ik begrijp
niet dat niet reeds eerder met dit
voorstel is gekomen.