4&uUt*« /yys,
2 0 FES. 1947
éUkf. 1947-
fit Wet 1920 v°or 1947 voor dc>
den gewonen dienst en f 1230.50
voor dien Kapitaaldienst.
14. VOORSTEL van B. en W.
tot vaststelling der vergoe-
- "f - ding ingevolge artikel 101, 5e
lid der L.O. wet 1920 voor
V VOORZITTER. Krachtens het
j 5e lid van artikel 101 der L. O.-
wet 1920 nvoet de Raad tegelijk
met het vaststellen der begrooting
het bedirag per leerling bepalen,
dat al's vergoeding voor 1947
wordt beschikbaar gesteld ter be
strijding van de kosten bedoeld
in artikel 55 bis dier wet.
Dit moet bij afzonderlijk raads
besluit geschieden.
Bij rondschrijven van 18 Juni
1948 zijn door Ged. Staten in
overleg met de onderwijsinspectie
nieuwe normen voor een billijke
en uniforme vaststelling der ver
goed ingsb edragen ontworpen.
Mfet inachtneming dezer normen
zooals die laatstelijk op 3Dec.
1946 zijn gewijzigd zijm de ver
goedingsbedragen naar onze niee-
ning voor 1947 vast te stellen op
voor g. I. o. f 11 per leerling
voor v.g. T. o. f 15 per leerling
voor u. 1. o. f 19 per leerling
Wij stellen U voor dien overeen
komstig te besluiten door vast
stelling van de hierbijgaande ont-
werp-besluiten.
Aldus wordt besloten.
15 VOORTEL van B. en W.
a tot vaststelling van het voor-
f diverse scholen in deze ge-
/Ytf-CT. meente.
VOORZ. Het zesde lid van art.
103 der [..o. wet 1920 geeft den
schoolbesturen recht op eeij voor-
schot op de exploitatie vergoeding
Telken jare verleent de gemeente
raad op VERZOEK dier school
besturen een voorschot beloopen-
de per leerling hel bedrag, be>
doteld in art. 101, 5e lid dier wet
22