J, 64 III SCHRIJVEN van Qed. Sta ten van Noord-Brabant be treffende de algehele herzie ning van de bezoldiging der Wethouders. VÖORZ. Qed. Staten delen mee inzake de bezoldiging van de wet houders overleg te hebben ge pleegd met de minister van "bin nenlandse zaken en dat zij nu voornemens zijn over te gaan tol een algehele herziening van de be zoldiging der wethouders, waartoe een ontwerp-regeling ter kennis_ neming is toegezonden. dhr. KOENRAADT. Hoeveel bedraagt nu de jaarwedde van de wethouder. VÖORZ. De nieuwe regeling is voor wat Steenbergen betreft niet gunstig. De jaarwedde wordt nu 1' 800. Dhr. SWAGEMAKERS. Is dit nu wel juist. Hier demonstreer! zich toch wel een zeer eigenaar dige opvatting van dc Overheid. Vorig jaar werd, met instemming van de zelfde minister op de wedde van.de wethouders een ver hoging toegestaan van 9 pCl. en nu gaan Qed. Staten hel salaris verlagen met niet minder dan. 25 pCt. We leven in een tijd waarin een loonsverlaging nog lang niet aan de orde mag komen. Ma'ar ik zou met een dergelijke verlaging hoewel ik die te ingrijpend acht nog vrede kunnen hebben in dien begonnen werd bij de mi nister, bij Qed. Stalen en in liet vrije bedrijf. Daar is echter juist het tegen overgestelde hef geval. Waarolm moeten nu de wedden van de wethouders van Steenbergen wor den verlaagd. Dat is niet juist dat kan en mag niet. VÖORZ. De regeling geldt niet speciaal voor de wethouders van Steenbergen maar voor alle ge meenten in dit gewesl. Dhr. SWAGEMAKERS. Dat wel maar juist voor Steenbergen is deze regeling ongunstig. Elke ge- 23

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1947 | | pagina 116