2 3 AUG. 1946^ zich eventueel later voordoende gevallen. Naar onze meening be- A _T -Sr Af-t- staat tegen inwilliging van dit verzoek bezwaar. De Raad zal evenwel uitspraak moeten doen dhr. VAN NIEUWENHUIJZEN Dan is hiertegen voorheen meer malen gezondigd. dhr. HOPPENBROUWERS. Ik meen dat tot heden soortgelijke verzoeken van Heensche inwoners vrijwel steeds werden toegestaan. dhr. KOENRAADT. In een vo rige vergadering is dit verzoek ook besproken. Toen werd be sloten dat B. en W. een nader onderzoek zouden instellen hoe de destijds gesloten overeenkomst luidde. Ik zou nu gaarne ver nemen welk resultaat dit onder zoek heelt opgeleverd. dhr. HOPPENBROUWERS. Aan de hand van de notulen van dien tijd is niet vast te stellen welke overeenkomst precies is aange gaan. dhr. SWAGEMAKERS. Een duidelijke omschrijving van bedoel de overeenkomst ontbreekt. De bedoeling is zeer waarschijnlijk geweest dat daaronder alleen zou den vallen de kinderen die toen de openbare school bezochten. Met eenigen goeden wil maken de notulen ook een anderen uitleg mogelijk. Als ik me niet vergis is nadien een limiet vastgesteld waarbij geen vrij vervoer werd ^toegekend ingeval het inkomen der ouders f 2500 per jaar of meer bedroeg. dhr. HOPPENBROUWERS. De raad zal nu uitspraak moeten doen of dit geval op zich zelf zal worden beoordeeld volgens de lageronderwijswet dan wel met inachtneming van de vroegere over eenkomst een beslissing zal wor den genomen. VOORZ. Met de wet mag niet worden gemarchandeerd. Is die Raad van oordeel dat de aanvrage getoetst aan artikel 13 der L.O.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1946 | | pagina 51