1 AUG. 1949 9^ Uit ervaring weet ik dat er in Den Haag voor de behartiging van de belangen der z g. buitengewesten GESTREDEN moet worden. Op dezelfde wijze als ik dat eens voor de Drentsche belangen gedaan heb zal ik het van nu af voor die van Steenbergen en Brabant doen, dat beloof ik U. Ofschoon verscheidene autoritei- teiten mij reeds hebben ingelicht over de voornaamste problemen dezer gemeente, meen ik mij thans nog van het geven van een volledig werkprogram te moeten onthouden, omdat ik al deze gegevens eerst nog aan mijn eigen indrukken wil toet sen alvorens U mijn concrete plan nen voor te leggen. Voorloopig wil ik echter in deze volstaan met U dc verzekering te geven, dht vóór alles dc wederop bouw mijn grootste aandacht zal hebben, omdat het woningvraag stuk, niet slechts een huisvestings probleem is zonder meer, maar om dat de geheele geestelijke en lichame lijke volksgezondheid hiermede ten nauwste samenhangen. Ik ben er van doordrongen, dat het gezonde familieleven een van de hoek- pijlers van het christendom door de woningnood ondermijnd wordt. Het behoeft zeker geen betoog dat bij deze wederopbouw niet in de laatste plaats mijn aandacht uitgaat naar het herstel van de scholen. De geestelijke schade aan de jeugd door den oorlog toegebracht zal niet hersteld kunnen worden in scholen waarin geen behoorlijk licht kan doordringen en die van binnen en van buiten de herinnering aan dezen verschrikkelijken oorlog bij de kin deren wakker houden. In het belang van de jeugd en dus ook in het belang van de toekomst van ons volk zal door mij als hoofd van de politie met kracht opgetreden worden tegen de ontstellende vor men welke het schoolverzuim in deze gemeente aangenomen heeft en tegen de toenemende zedenver wildering. Van de ouders verwacht ik, dat zij overtuigd zijn van de chris- 6

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1946 | | pagina 48