terugzien, op de periode dat wij onder Uw bezielende leiding moeh ten medewerken aan den opbouw dezer gemeente. Den Heer MOORS- Als 'oudste raadslid moge ik bier 't volgende zeggen. 'Bij Uw beengaan van ons willen wij U namens den Raad dank zeggen voor de zakelyke en kalme wijze waarop gij onze vergaderingen hebt geleid. Uwe ambtsperiode kenmerkte zich door uiterst moeilijke omstandigheden. Waar feilen zijn, moeten deze in dit Rcht beoordeeld worden. Wij willen hierbij bedenken wat gij in deze korte spanne tijds in het belang van de gemeente hebt gedaan. U daarvoor dankend1 ook voor de humane wijze waarop gij U ten dienste hebt gesteld van de gemeentenaren, en voor onze belan gen U hebt beijverd. Burgemeester, het moge U in Uw ambtely'k zoowel als in Uw particuliere levien, ondier Gods zegen, in de toekomst steeds voor spoedig gaan. Den Heer DELHEZ. Als ouidiste afgevaardigde van de werknemers raadsleden en .sprekend namens de raadsfractie van werknemers wil ik hier op de eerste plaats uiting geven aan onzen grooten spijt, dat U ons als Burgemeester moet gaan verlaten. Van harte brengen wij U dank voor 't groote vertrouwen, dat U steeds in ons hebt gesteld. Steeds en steeds weer waart ge bereid oins en onze menschen vriendelijk en correct te woord te staan. Niemand onzer klopte ooit tevergeefs' bij U aan. Voor zoover het jn Uw vermogen lag hebt ge ons immer met woord en daad voortgeholpen en al kon niet altijd aan onze verlangens en wenschen ten volle worden te gemoetgekomen, wij 'hadden de overtuiging dat U niets hiebt na gelaten wanneer het er om ging ons de helpende hand te bieden. Namens de werknemers raads leden, de werknemers en de werk nemersvrouwen, zeg ,ik U 'hjart- 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1946 | | pagina 38