I
I
it
ok
y. 7. tfo/>P***6w-
/«yfaUZ,
L.
i
/trffTlA'iM**'
15 JUL"! 1946
Voor al hetgeen dit volijverige
Comité zoo spontaan en belangeloos
voor deze gemeente heeft gedaan
breng ik hier hartelijk dank. Ik meen
hiermede in het kort de voornaamste
comité's waarmede ik gezien in het
kader van de geheele gemeente in
contact kwam te hebben bedankt.
Leden van den Raad. Vaak heb ik
met U van gedachten gewisseld
over het wel en wee der gemeente.
Niet altijd bleek het mogelijk bepaal
de verlangens die in ons leefden te
verwezenlijken. Ik hoop echter dat
het geringe werk dat ik heb kunnen
doen door U zal worden voortgezet
en dat de plannen, die reeds zoover
in voorbereiding zijn, spoedig tot
uitvoering mogen komen plannen
die leiden zullen tot grooten bloei
der gemeente en Steenbergen zul
len maken tot dé centrum-gemeente
van West Noord Brabant.
Den Heer HOPPENBROUWERS
Burgemeester. Niet als die bes
te van ons allen maar meer uit
hooide van myn functie als 1ste
wethouder héb ïk de eer de eer
ste te zyn U ee^i afscheidswoord
te mogen toespreken.
Op de eerste plaats danken
wy U Voor het vele diat U voor
onze gemeente hebt gedlaan. Dit
we weten het allen in zeer moei-
lyke omstandigheden. Om b.v.
maar enkele dingen te ^noemen
de verwarde toestanden, idle nete
lige woningkwesties. U kreeg meer
bevoegdheden dan andere burge
meesters voor U maar ook des
te grooter was Uw verantwoorde
lijkheid, die wel als een zeer
zwaren last op U moest drukken.
Daarbij kwam dian nog dat tenge
volge van oorlogsomstandigheden
zooals ondervoeding, woningnood
enz. enz. |de menschen in het al
gemeen nerveuser en prikkelbaar
wiaren, wat natuurlijk ooik weer de
nooidlige tact en weel geduld van
U vergde. Dat 'dit alles U goed
afging beeft ide iy2 jaar die U
in onze gemeente werkzaam door
bracht duidelijk bewezen. Momen
teel is natuurlijk alles nog niet
I
I