3 0 OCT. 1945 3 s,
f y
Wat de inkomstenposten betreft, hier
worden verscheidene posten aangetrof
fen, die aanmerkelijk van die der vorige
jaren afwijken, hoofdzakelijk op het ge
bied van belastingen. Terwijl de ramingen
van straatbelasting en rioolbelasting zijn
verlaagd wègens het feit, dat een aan
tal huizen in den oorlog totaal werden
verwoest, geeft de raming van de hon
denbelasting en vermakelijkheidsbelas
ting een aanzienlijke verhoging te zien.
De hondenbelasting is ongeveer 2 x zo
hoog geraamd als de opbrengst over
1943. Hieruit zou men moeten opmaken
dat het aantal honden in Steenbergen
aanzienlijk is toegenomen. Verscheidene
leden waren van mening, dat het niet
verkeerd zou zijn deze belasting te ver
hogen om een al te groot aantal honden
tegen te gaan.
De Fin. Commissie en de afdelingen
kunnen zich ook met de raming der
inkomstenposten verenigen, alsmede met
de begrotingen der bedrijven en van
het Burg. Armbestuur.
Bij de behandeling van post nr. 360
werd door dhr. van Loon het uiterst
nuttige doel uiteengezet hetgeen de
Nederlandse Vereniging tot bevordering
van den arbeid voor onvolwaardige
arbeidskrachten beoogde.
VOORZ. Aangezien de begrooting
zoowel door de afdeelingen als door
de financieele commissie is onderzocht
en 't begrootingsjaar bijna is verstreken
acht ik het niet noodig de begrooting
post voor post te behandelen.
Alvorens tot hoofdstuksgewijze be
handeling over te gaan, wil ik omtrent
een tweetal in het rapport aangevoerde
punten het volgende opmerken
De verhooging van de opbrengst der
vermakelijkheidsbelasting houdt verband
met de gewijzigde omstandigheden. De
belasting op het dansen, welke verma
kelijkheid vooral het laatste jaar zeer
is toegenomen, werd vroeger berekend
naar de vloeroppervlakte. B. en W.
hebben gemeend daarin verandering te
moeten brengen, door waar het ook hier
gebruikelijk is geworden entree gelden
te heffen, de belasting te berekenen
naar den maatstaf entree gelden. De
desbetreffende voorschriften zijn daar
mede bereids in overeenstemming ge
bracht.
De fin. commissie wijst voorts op de
verhooging van de hondenbelasting.
Inderdaad is er de laatste jaren een
toenemende last van honden. Door B.
en W. wordt naast een streng toezicht
op losloopende honden de invoering
van een hondenpenning overwogen. De
thans geldende verordening waarbij de
heffing dezer belasting op een nieuwen
leest werd geschoeid, voldoet in de
praktijk niet. Het ligt in de bedoeling
binnenkort aan den Raad een geheel