J 2. IQ PPR 1941 Aangezien de Jager aan dit verzoek niet heelt voldaan, stellen B en W voor hem een tegemoetkoming ten bedrage van 1/5 gedeelte der vervoerkosten te verleenen. DHR VAK LOOK .Hoeveel tijd heeft de Jager gehad voor de inzending van zijn biljet. VOORZITTER meer dan 8 dagen. T)HW VAN LOON acht deze tijd ruim voldoende. VOORZITTER merkt nog op dat de Jager indien hij zich met IJÏ toegekende bedrag niet kan vereenigen, onder over legging van zijn aanslagbiljet alsnóg een hoogere vergoe- ding kan ^agen. Dit a! nslagbiljet zal uiteraard zeer eoreet behandeld worden. Hierop wordt z.h.s. overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 7. Vaststelling der verordening op de heffing eener Hondea- Ie1VOORZITTlf^telTT^ile^at Burgemeester en Wethouders en de financieeie Commissie inzake dit ontwerp tot overeen- stemming zijn gekomen. Door den heer de de besprekingen tegenwoordig was, heeft medegedeeld zi niet ten volle met het ontwerp te kunnen vereenigen. DHR VAN NTEUWENHUIJZEN merkt op dat de financieeie gommis ;f? "et b en W uiteindelijk tot overeenstemming is gekomen omdat de Commissie geen juiste afbakening tasschen losloo- nende - en vastliggende honden kon aangeven. Onbilliji acht spr het/dat voor een hond die aan een ^nd op straat 4- vvja^Amon .pvPTivop.l mn e t «rden betaald als \ooi een los^e schoothondje. n De financieeie Commissie heeft de hondenbelasting m iu o-emeenten dezer provincie nagegacea.Daarbij was slechts eén gemeente van f 10.-, één van f 8.- en de overige allen van f 5.- Sprvraagt zich afwaarom de gemeente Steenbergen nu juist zoon hooge belasting moet heffen. DHR HERBERS merkt op dat uit de aanmerkingen vanLeaSta ten duidelijk blijkt dat aan een belastingverlaging niet behoeft te worden gedacht. Verder betoogt spr dat in een gemeente van 10000 zielen zooals Steenbergen is, slechts ongeveer 0,4/ der bevolking mag jagen. Een jachthond is dus wel degelijk een groote luxe en deze mogen eigeniijK wel met f 30.- worden belast. Spr meent dat de financieeie commissie beoogt de lasten over te dragen van de bezitten- den naar de minder gefortuneerden en daartegen moet spr zich verzetten. Verder wijst spr op den overlast die wordu veroorzaakt door losloopende honden, en meent dat een be lasting van f 10.- voor deze dieren zeker niet te hoog is. Tegen het houden dezer losloopende honden moet- aldus^ spr - meer worden opgetreden dan tegen do honden van met- kapitaalkrachtige bezitters. VOORZITTER had niet verwacht dat na de bespreking die ae financieeie commissie met B en W heeft gehad, dit debat hier nog zou plaats hebben. De Commissie is met B en A to overeenstemming gekomen,als nu in de vergadering weer een ander geluid ten gehoore wordt gebracht hebben deze bespre kingen weinig zin en zijn conferenties van B en .V met öen of andere commissie in de toekomst van nul en geener waarde. De verordening kent slechts twee soorten honden n.l.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1941 | | pagina 7