deze een oplossing,zij het dan een noodoplossing heeft gebrachtdoch ik meen het wel aanbevelenswaardig te achten U,Heer-en van den Raad-, summier een korte beschouwing te geven over de bevoegdheden van den Raad en het college van B.„enW. zooals die in de gemeentewet zijn neergelegd doch waar in momenteel ingrijpende wijzigingen hebben plaats gevonden. Ingevolge art. 167 on.168 van d^ gemeentewet berust bij den.Raad de autonomie>d.w.z dé'wetgevende of verordenende bevoegdheidterwijl aan het - .college van B. eri 'W blijkens art. 151 van deze wet het zelfbestuur-is op- 'gedrag-en-inVa.w. 'het uitvoeren van besluiten en verordeningen. Hiermede is echter de taak van den Raad niet ten volle omschreven, .aangezien in de artikelen 170 e.v. van de gemeentewet nog andere bevoegd heden zijn neergelegd, -d.g. burgerlijkerechtshandelingen. Ik noem hier v o.m. de regeling van de bezoldiging van alle plaatselijke ambtenaren, voor zoover zulks niet behoort tot de comptentis van G.S. 5 het sluiten van geldleeningenuitleenen van gelden, de besluiten tot koopen, ruilen, vervreemden van gemeente eigendommen, de besluiten tot verhuren verpachten- het bevelen tot aanleg of verbetering var wegen, straten en pleinen, enz. Ook de Raad bezit zelfbestuursbevoegdheid, doch alleen dan, wanneer de wet zulks bepaaldelijk van den Raad verlangt of aan dezen toekent. In deze uitgebreide be^~cogdheden nu van den Raad, clie de Demeentewet kent, zijn door art, 15 van het XK.B, F.45, sterk ingrijpende wijzigin gen gebracht, en wel in dien zin, dat de burgerlijke rechtshandelingen, waarvan ik U er juist eenige opsomde en die neergelegd zijn in de arti kelen 170 e.v. van de gemeentewet, thans behc-oren dfcet de taak van B, en W. echter met deze restrictie, dat de bevoegdheid tot het aangaau r n ■geldleeningen, -andere dan kasgeldleeningen- en met betrekking tot he u aanleggen of verbeteren van wagon, alleen door B. en W- worden uitge oefend, voor' zooverdaartoe de noodige gelden op de begrooting zijn uit getrokken. Ook voor wat betreft de zelfoestuursbevoegdheid van den Raad heeft het voornoemd artikel 15 nog eer wijziging gebracht, n.l. deze, dat de Commissaris van de Koningin onder goedkeuring van den Minister kan bepalen, dat het van den Raad gevorderd zelfbestuur wordt uitgeoe fende door B, en W. Samenvattende komen de wijzigingen dus hier op neer, dat,.met uit— lzondering van de .^gemeene Jbevoegdheid van denjlaad tot het maken van \^V

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1941 | | pagina 30