2 6 MAART 1941
DHR.HERBERS merkt op dat de mogelijkheid blijft bestaan
dat dekoopers tengevolge van overmacht geen woning kunnen
bouwen doordat zij niet de beschikking kunnen krijgen over
bouwmaterialen.
VOORZITTER zegt dat nu de overdrachtskosten voor rekening
van de koopers blijven, hierin een boete-bepaling is gelegen,
z h. s. wordt hierna besloten het raadsbesluit overeenkomstig
het voorstel van B.en W. aan te vullen.
DHR.DELHEZ acht het gewenseht de koopers er opmerkzaam op te
maken dat de grond onder voorbehoud wordt verkocht.
2 Besluit tot intrekking van het raadsbesluit van 6 November
1940 tot verhooging van woninghuren.
VOORZITTER deelt mede dat de verordening van 17 Mei 1940 be
treffende verhooging van prijzen moet geacht worden mede van
toepassing te zijn op de huurprijzen van woningen, in verband
waarmede elke na 9 Mei 19 40 op te leggen huur-verhooging
ontoelaatbaar is.
Z.h.s. wordt tct in rekking besloten.
3 Advies der Commissie voor openbare werken inzake het schrij
ven van den Commissaris der Provincie Noord Brabant betreffende
Bouw-Woning- en Welstandstoezicht-
DHR. V. NIEUWENHUIJZEN vraagt of dit schrijven verbandVhoudt
met het uitbreidingsplan.
DE VOORZITTER antwoordt ontkennend.
In overeenstemming met dit advies wordtgezien de huidige om
standigheden en mede met het oog op de daaraan verbonden kosten
besloten niet toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling
gen ast net welstandstoezicht zöcals dat door den dienst van
openbare werken wordt verzorgd alleszins bevredigend werkt.
4" Advies der Commissie voor openbars werken inzake aanleg van
trottoirs en rioleering aan den watertoren.
DHR. HERBERS wijst er op dat indien tot bedoelden aanleg wordt
besloten, de raad tevens zal hebben te besluiten de daarvoor
benoodigde gelden toe te staan.
Conform het advies der commissie wordt besloten tot aanleg
van trottoirs en rioleering aan de watertoren, terwijl B. en W.
worden gemachtigd de gelden daarvoor te vinden uit een geld-
leening; tevens wordt besj.oten de begrooting dienovereenkom
stig te wijzigen.
5Schrijven van den Inspecteur van het Lager Onderwijs te
Roosendaal inzake beschikbaarstelling van gelden voor appli~
catie-cur sussen.
De Inspecteur deelt mede, dat hoewel hwt bijdragen in de kosten
van een applicatie-cursus niet wettelijk verplicht is, de
billijkheid medebrengt dat die kosten door de school en gemeen
te besturen geschieden, waarbij de eersten dit kunnen doen uit
artikel 101 der L.O. wet.
Besloten wordt de gevraagde gelden beschikbaar te stellen
en deze uitgaaf alsnog op de begrooting te brengen.
6. Verzoek van J, J. Wesdorp om vrij vervoei? van zijn leerplich
tig kind naar de bijz. school van het Ned. Herv. Weeshuis te
Steenbergen.
Gebleken is dat de aanvrage voldoet aan artikel 13 der L.O.
wet 1920.
Z.h.s. wordt besloten het gevraagde vrij vervoer per autobus
van Suijkerbuijk te verleenen.
•ïïqqï Vvab "hQ-usj—njoxvirvc— em ^öi.a-tsvtvdat.Q^zi.c'h.tDnnrbt i "is dvptwo-