8 H
V DEC. 1940
er geen bezwaar tegen den grond over te
doen, mits tegen een behoorlijken prijs.
Besloten wordt B. en W. te machtigen
met de R. K. Steenb. Bouwvereeniging in
onderhandeling te treden over den prijs en
bij overeenstemming tot aankoop over te
gaan.
II VOORZ. Op de Heen heeft de R.K.
Bouwvereeniging een perceeltje bouwgrond.
De gemeente dient daarvan een stuk te
koopen ter breedte van 3 M, aangezien zij
anders van de achter het transformatoren
huisje gelegen gemeentegrond wordt af
gesloten. Aangezien het ook overigens wen-
schelijk moet worden geacht dat de ge
meente, te de Heen de beschikkking heeft
over eenigen grond, stellen B. en W.
den Raad voor dit stukje geheel te koopen
en wel tegen den zelfden prijs als aan
particulieren wordt gevraagd.
dhr. MOORS. Is het de bedoeling het
geheele overblijvende gedeelte aan té koo
pen. De Bouwver. acht dit het meest wen-
schelijke.
VOORZ. antwoordt bevestigend.
B. en W. worden gemachtigd als bij
sub I.
III VOORZ. De verhuur van 't bouw
land gelegen aan den Afgeslechten dijk,
en achter de woningen aan den Prinsland-
schen weg, levert op de exploitatierekening
een verlies op. B. en W. zijn derhalve
van meening dat het bestuur der R. K.
Bouwvereeniging in overweging moet wor
den gegeven tot verkoop van deze grond
over te gaan, aangezien de tijd daartoe
thans zeer gunstig is te noemen, terwjjl liet
exploitatietekort jaarlijks door die gemeen
te moet worden gedekt. Bovendien moet
worden bedacht dat hel verhuren als bouw
land, niet in overeenstemming is met het
doel, waarmede het Rijksvoorschot destijds
werd verleend.
dhr. MOORS. Terecht is door U opge
merkt, dat het doel van de bouwvereeni
ging niet is het verhuren van bouwland.
De bouwvereeniging heeft tegen verkoop
van deze grond dan ook geen bezwaren.
De vraag is evenwel of de nieuwe voor
schriften ter zake geen beletsel zullen vor
men.
VOORZ. B. en W. zullen zich ter zake
tot de pachtkamer wenden. Overigens heeft
8