'64
"7 St P. 1940
Raad niet kwalijk nemen, dat hij de. zaak
van alle kanten bekijkt.
dhr. VAN LOON. Uw mededeeling
dat het gemeentebestuur al meermalen
aanvragen om een industriegebouw heeft
ontvangen, is voor mij al een h,e.ele gerust
stelling. Anderzijds wil ik opmerken dat
indien men tot wegverbetering zou over
gaan na, 4 jaren het geld ook niet weg is.
Wat betreft het tweede lid van arit. 4
van het contract, dat handelt over een
eventueele daling van de koopkracht van
den Nederlandschen gulden, deze clausule
kan volgens mij1 best vervallen. Tegen
over de huuropbrengst van de loods staat
immers de leening.
dhr. BERBERS. Hetzelfde wat: dhr. van
Loon zegt, is ook door mij betoogd in
de vergaderingen der Commissie. De
clausule is toen op aandringen van dhr.
de Jong opgenomen. Ook ik ben van
meening dat zy best kan vervallen.
dhr. VAN LOON. De subsidie van de
Vlasfabriek is toch ook verleend, onder
voorwaarde dat een zeker aantal arbei
ders uit deze gemeente aan de fabriek
zou worden tewerk gesteld.
VOORZ. Deze bepaling heeft de ge
meente wel gewild, doch de Minister had
daartegen bezwaar.
dhr. DE JONG, Azn. Ik kan mij niet
vereenigen met hetgeen door U gezegd is
inzake de subsidieering van de Vlasfa
briek. Wel degelijk hebben we voor
deze subsidieering mensohen van Steen
bergen en Dinteloord in dienst moeten
nemen en zulks in overleg met het ge
meentebestuur. De toestand is inderdaad
zoo geweest, dat wij: menschen moesten
nemen. Weliswaar postte de Arbeidsbe
middeling de zaak soepel toe, doch oefen
cle daarbij1 toch een zochten drang uit.
In dien lijld hebben echter niet alleen
Steenbergen en Dinteloord bijgedragen,
doch alle gemeenten waar de Vlasindus
trie beoefend wordt. Inzake de ontwaar
ding van den gulden ben ik het niet eens
met de heer en Vaii Loon en Herbers. De
gemeente verhuurt een loods en als nu,
de gulden geheel of bijina geheel, ontn
waardt, dan moet de gemeente toch niet
verplicht zijin deze loods te. verhuren
voor elf honderd gulden die. misschien
niets waard zijln. Verder moeten we ook
12