L ft
- 7 AUG. 1940
bonden aan den Vleeschkeuringsdienst in
zijn geheel te bezien en breedvoerig te
bespreken. Tegelijkertijd werd de vraag
besproken of het niet in het belang zoo
wel van de Gemeente al's van den
Vleeschkeuringskring zou zijn, de Keu
ringsdienst om te zetten in een ambte-
lijken dienst. Ook dit vraagstuk werd
breedvoerig besproken.
De heer Inspecteur van den Veeartsenij
kundigen dienst, alhoewel voorstander
van een ambtelijken dienst, ontraadde
met het oog op de finantieele gevolgen
in dezen kring een ambtelijken dienst
in te stell'en omdat een ambtelijken dienst
kostbaarder zou zijjn dan een dienst waar
bjjj de betrokken functionarissen gelegen
heid werd gegeven een Veeartsenijjkun-
dige praktijk uit te oefenen. Omtrent de
salarieering van het personeel was men
algemeen van gevoel'en dat de grondjaar-
wedde zoowel voor het Iloofd van den
Vleeschkeuringsdienst al's voor den Keu
ringsveearts te Steenbergen te hoog wa
ren, terwijl in de regeling voor den
Keuringsveearts te Dinteloord de onbil
lijkheid was blijven bestaan dat hij een
belangrijjk aantal keuringen gratis moest
verrichten.
De vergadering verkeerde in de ver
wachting dat de Heer 'Brooijimans tot
heden keuringsveearts te Steenbergen
door Uwen Raad zal worden benoemd
tot Hoofd van den Vleeschkeuringsdienst
Mocht Uwen Raad in deze een andere
nersoon benoemen dan was de vergade
ring van meening dat de jaarwedde van
den keuringsveearts te Steenbergen eerst
dan behoorde te worden verlaagd., wan
neer als zoodanig een nieuwe functiona
ris zou optreden.
De Commissie meende het volgende
aan Uwen Raad te moeten voorstellen
„de Verordening regelende den rang en
de wedden van de ambtenaren in dienst
der gemeente Steenbergen", vastge
steld hijj besluit van den Raad van 16
Maart 1921 te wijzigen als volgt.:
Artikel 19
BEDRIJVEN
VLEESCHKEURINGSBEDRIJF
De jaarwedde van de ambtenaren bij
het Vleeschkeuringsbedrijf bedragen
a. voor het Hoofd van Dienst f 2500
4