11
2 1 FEB. 1940
Openingsgebed.
Heer wij bidden, U, stort Uw mildstei
zegen, uil over cleze vergadering, wil on-
i**a zen geest verlichten, onze beqaadslagin-
gen geleiden, opdat wij geen oogenblik
mogen tekort doen aan onzen plicht en
in staat mogen zijn, de belangen van on-
gemeente met alle kracht te bevorderen.
Wij dragen U onzen .arbeid op: tot Uwe
meerdeqe eer en tot heil van onze ge
meente. Amen.
Gebed van Dankzegging.
God, wij danken U na dezen arbeid en
bidden U, dat Gij hem wilt doen ger
dijien en strekken tot heil van onize ge
meente, waarvan- de belangen aan onze
zorgen zijn toevertrouwd. Moge .daar
vrede en wedvaar^ heerschar. Amen.
dhr. VAN HOOIJ DONK. Ik had zitting
in de Commissie doch was wegens ziekte
verhinderd de vergadering bij te wonen.
Nu wil ik er dit van zeggen. Ik kan miy
wel miet het rapport ve.reenigan, maar
het valt mie tegen dat dergelijke verzoe
ken niet eejrst bij hoogere instanties b.v.
Ged Staten worden ingediend Wanneer,
van hoogerhand de invoering van het ge
bed niet wordt bevorderd acht ik bet
nfiet juist dat de raad voor gaat. Zoodra
hoogere instanties tot invoering van het
gebed overgaan kunnen wij gelijktijdig
ook daartoe besluiten.
Mijn opmerking hebben alleen ten doel
de aandacht er op te vestigen dat de door
nijij bedoelde instantia's voor zouden moe
ten gaan.
dhr. VAN LOON. Ik kan tot gerust
stelling van den heer van Hooijdonk me
dedeel en dat in de Prov. Staten van
NoordJBrabant dit zelfde onderwerp aan
hangig is.
De formiuleering van het gebed zooals
die door de Comimissie is voorgesteld
vind ik erg lang. De erkenning van de
Godshulp lijkt te gerekt. Ik wil de at
tentie van den raad vragen voor de vol
gende formule
„Wij bidden, U, Heer help ons met Uw
licht en. Uw kracht, opdat wij liet belang
dezer gemeente stqeds klaar, zien, oprecht
1 1