2 8 au** 19$
ti
opgenomen en die niet voor steun of werk
verschaffing in aanmerking kunnen komen.
Dat is erg, doch er is niets tegen te doen,
omdat de Minister het nu eenmaal zoo
bepaald heeft.
Een ander persoon echter werd twee
maal afgewezen.; er waren geen termen
aanwezig om hem in de steunregeling
op te nemen. Deze persoon heeft toen zelf
aan den Minister geschreven en bleef in-
tusschen steeds stempelen. De Minister
achtte geen termen aanwezig en nu hoorde
ik dat de betrokkene van B. en W. steun
had gekregen. Deze gang van zaken was
mij een raadsel en derhalve vatte ik het
plan op om zelf aan den Minister te
schrijven. Wat bleek nu intusschen De
man waarom het hier gaat had zich can-
didaat laten stellen voor de Gemeente
raad en wat doet hij nu Hij gaat de an
dere raadsleden beleedigen en verdacht
maken, hij zegt die lui stemmen overal
voor wat de gemeente geld kost, maar
f 100 voor den controleur van de steun
regeling kan er niet af. Het optreden van
dezen raadscandidaat werd evenwel een
liasco; de mensehen waren wijzer.
Ik hoop dat B. en W. in den vervolge
de voorschriften van den Minister zullen
handhaven en allen op gelijken voet be
handelen.
VOORZ. Toen ik gisterenmorgen Uw
briefje ontving was ik daarover een oogen
blik ontstemd. Niet omdat U een vraag
wilde stellen, maar als men daags voor
de raadsvergadering voor het feit gesteld
wordt en men weet niet waarover inlich
tingen zullen worden gevraagd, dan wordt
het lastig om de gestelde vragen te be
antwoorden.
Ik begrijp thans zonder dat namen
worden genoemd het geval dat U op
het oog heeft. De persoon in kwestie is
een zeer onsympathiek iemand. Hij heeft
meermalen steun gevraagd en naar ik
meen ook meermalen gecorrespondeerd
met den Minister. Ik meen dat de Mi
nister tenslotte de zaak aan B. en W.
heeft overgelaten en dat toen gezegd is
„Met het oog op 't gezin van betrokkene
zullen we geen steun onthouden". Doch
ik moet U verklaren, de man is mij zeer
onsympathiek en zoodra de een of andere
gelegenheid zich voordoet om hem uit de
24