i
y 2 1 APR. 1939
2 KV
y dien later uit den Raad weer eein aan-
dlrang te laten uitgaan dat de controleur
s- y s salarisverhooging zal vragen. Overigens
zijn er enkele plaatsen van ongeveier de
zelfde grootte waar het salaris nogal wat
hooger is. Met het oo^ ,op< het feit dat de
controleur zoo spoedig na zijn indienst-
treden reeds een salarisveirhooging heeft
gekregen meen ik dat we thans de zaak
maar mocceu laten rusten.
d'hr. HERBERS. Ik heb aan ,het ge
sprokene door den heer Swagemakers
slechts weinig toe te voegen. De heer Swa
gemakers heeft zoo juist naar voren ge
bracht dat het salaris van den controleur
in drie maanden tijd, met 50 pet. is ver
hoogd geworden. Ik was zelf ook van mee
ning dat een bezoldiging van f 700 te laag
was en derhalve heb ik er aan meegehol
pen het salaris op f 1000 te brengen. Dat
bedrag van f 1000 heeft een oorzaak. Toen
die eerste controleurs aangesteld werden
heeft de salaris-commissie gemeend deze
wat meer te moeten gevein; ik ineen
1*1050 of f 1100, dioch de minister bracht
het salaris terug op f 1000. Nu echter
heeft die Raad er reeds f 30 rijwieltoelage
bij. gegeven, waarmede de minister niet
aecoordl ging. Deze achtte een ,salaris van
1 1000 voldoende en toen is .besloten die-
rijwieltoelage weer maar voor rekening
van de gemeente te nemen. .Moeten we nu
weer gaan zeggen „Hij verdient te wei
nig Hoevclen zouden voor dit baantje
hun duim en vingers niet aflikken Is het
soms „die naam" die het hem hier doet
Met den naam „Verbeek" hebben we hier
niets te maken; als 't een ander was zou
men zwijgen als een visch. Ik ben van mee
ning diat de man voldoende wordt betaald.
Ik hoop. verder dat wanneer de con
troleur op inspectie uitgaat, hij geen raads
leden meer verdacht zal maken. Nu de Mi
nister zegt dat het salaris voldoende is,
moeten wij ons daar bij neerleggen. Overi
gens moet die persoon van betrokkene bui
ten beschouwing blijven.
VOORZ. Zijn er nog meer heeren die
over deze zaak het woord .wenschen te
voeren? Dan is het wellicht beter dat ik
zoo lang de vergadering verlaat.
dhr. VAN NIEUWENHUIJZEN. Dat is
niet noodiig, we zijn uitgesproken.
dhr. HERBERS. De vergadering vcr-
3