A
JljSy-
7
X
-/
1 9 DEC. 1939
jaar i» te weinig, .daar dezie veel en, veel
meer noodig hebben voor voeding en kle
ding, een, basisbedrag van f 15.voor
met-Landarbeiders is ook tie laag daar
dezte groep voor gereedschap meerdere
uitgaven heeft, enz|. Ik wil Uw College
beleefd verzjoeken het genomen (besluit
om dezjs waehttiij'dregeling qlsnog te doen
intrekken, daa(r door de Minister het
College van B. en ,W. de nujcht gegeven
wordt in de steunregeling ,e.en wachttijd
toe te passen. Da(nk ,U.
dhr». HERBERS. Ik was niet van p(lan
dit jaar algemeene beschouwingen te hou
den. Nu ikt wintig jaar hier gezjete.n heb
geloof ik wel eens wat tot rust te mogen
komen. Enfin, misschien is het de laatste
maal dat ik hier een behandeling van
do begrooting meemaak. Doch ik weet
zeker, als ik het tijdelijke, met 't eeuwige
heb verwisseld; dan krijg je zoo iemand
nooit meer.
VOORZ. Dat zou erg zijn.
dhr. HERBERS. De vorige vergadering
is door U gezegd „Een gevallen mensch
geelt men geen trap na, daar stapt men
overheen." Maar kijk nu eens naar mijn
persoon. Ik ben nooit gevallen, mijn eeni-
ge misdaad was dat ik controle wilde.
l3at was m'n eenige misdaad, daarvoor
ben ik gesehorst en daarvoor ben ik tot-
tot driemaal toe voor de rechtbank ge
haald. Niemand was er die toen .mede
lijden had met Berbers, of met zijn
vrouw en kinderen. En als nu die
zelfde hulpofficier van Justitie die mij
mij dat alles aandeed, hier zit te vertellen
„Een gevallen mensch geeft men geen
trap na, doch daar stapt men overheen",
dan maak ik me niet meer boos, doch
dan denk ik bij mezelf „Wat is toch
de wereld". Nu z,ie je eerst, hoe iemand
die werkelijk misdreven heeft opi alle mo
gelijke manieren de hand boven liet hoofd
gehouden wordt, terwijl men bij mij, die
niets misdaan had, de zaak gewoon liep
uit te schreeuwen.
Als ik hier in den Raad dan eens
wat sterk in mijn uitdrukkingen was, alsi
ik eens wat scherp uit den hoek kwam,
17