89
2 3 NOV. i^u
We kennen on.s do idee der Commissie
'indenken, maar in het belang van recht
en billijkheid, zou het willekeur zijn,
thans een ander standpunt in te nemen
-als bij Se vorige gelegenheid". Niet B
en W. hebben bij een, vorige gelegenheid
een ambtenaar in dienst gehouden, maai
de Raaid.
dhr. HEBBERS. Neen, R. en W. zijn
er wel mee voor den da,g gekomen om
die hooge ambtenaar in dienst te houden.
Die voorstellen waren er naast.
VOORZ. Neen, die voorstellen mogen
B. en W. toch doen.
dhr. HERBERS. Als ik in den Raad
dergelijke voorstellen durf te bestrij
den', dan word ik persoonlijk aangeval
len. Ik blijl op mijn standpunt day
iemand die den 65-ja|rigen leeftijd be
reikt heeft, den dienst moet verlaten.
VOORZ. Dat is uw recht, en daaraan
tornen wij niet. Maar als wij een andere
meening toegedaan zijn, mogen we die
toch ook zeggen. Wij zijn toch niet ver
plicht om altijd en eeuwig maar de mea
ning van dhr. Herbers over te nemen.
Als mijnheer Herbers ons steeds de les
zou moeten voorschrijven, kunnen we wel
heengaan.
dhr. HERBERS. De Raad is de vorige
keer meegegaan met de meening van
B en W. En op 't oogemblik is het zoo
dat B. en W. en de Raad niet anders
meer kunnen; ze hebben zicb vastgewerkt
De Raad zal ook nu weer het voorstel
van B. en W. moeten slikken.
dhr. v. NIEUWENHUIJZEN. Het amb-
tcnarenreglement zegt toch niet,
iemand die 65 jawr is, er uit moet. De
mogelijkheid bestaat toch om het dienst
verhand te verlengen. En ajs nu ïemanc
nog bekwaam: is voor zijn werk, dan zie
ik niet in, waarom hij er direct uit zou
moeten.
dhr. KOSTERMANS. Mijnheer Her
bers zegt wel dat de gemeentewerkman
van Loon geld heeft kunnen overleggen,
maar ik zou wel eens willen zien wie van
een schamel loon v,n f 18 per week daar
toe de kans ziet. Ik zou .niet weten hoe
iemand van zoo'n klein pensioentje moe
leven. Mijnheer Herbers zegt wel dat
ieder in staalt is om, zich voor zijn 65 jaar
te verzekeren, maar dat is met zoo. De
10