t
2 7. APR. !93B
7)
t
dhr. van LOON. Essentieel is vooral dat
t+T?— i^j tevoren is gewaarschuwd.
syutXiJ. VOORZ. De man had in beroep moe-
r ten komen vóór hij ging bouwen. Hij wil
den Raad voor een fait a complit
dhr. van den BLRGH. Hierbij moet U
toch het volgende in acht nemen. De
man woont in een huurwoning en moet
deze met ingang van 1 Mei a.s. verlaten.
Hij moest dus een andere woning hebben.
Linders kan ook niet buiten het dorp-
bouwen, want hij wil een winkel beginnen
Ik heb er hier al meermalen over ge
sproken dat de toepassing der bouwver
ordening voor de menschen dikwijls zwa
re offers eiseht, maar hier voor Linders
is die toepassing wel bijzonder zwaar.
We moeten hem dan ook zooveel moge-
Lijk helpen.
VOORZ. Aan Linders is toestemming
gegeven om te bouwen volgens zekere voor
waarden. Die voorwaarden accepteert hij,
gaat bouwen en komt later in beroep. Dit
is niet juist, de man had moeten reela-
meeren vóór hij ging bouwen. Wanneer
hij een zaak wil beginnen was er voor hem
toch ook geschikt bouwterrein te krijgen
geweest, aan de Roosendaalschen weg
en den Molenweg. Hij zit dan ook nog
midden in 't dorp.
dhr. HERBERS. Ik heb er hier steeds
voor gepleit om de Bouwverordening zoo
soepel mogelijk toe te passen. Maar nu
de betrokkene gewaarschuwd is, ljikt t
me toch gevaarlijk dat hij verder bouwt.
VOORZ. Neen; de voorwaarden zijn
volgens Linders te zwaar en daartegen
komt hij in beroep bij den Raad.
„De betrokkene moet met 1 Mei zijn
huis verlaten" zegt dhr. van den Bcrgh;
dit is erg. Maar de Raad kan daar ook
niets aan doen. Een ander houdt ook niet
steeds rekening met hetgeen de Raad
gaarne zou hebben.
Hierop wordt z. h. s. besloten op het
beroep afwijzend te beschikken.
VOORZ. deelt mede dat van dhr.
Jochems bericht is ingekomen, dat hij
verhinderd is deze vergadering bij te
wonen.
Deze medcdeeling wordt voor kennisge
ving aangenomen.
4
O,