19
a FF8. m
kan ik me best voorstellen, dat de notulen
maker eens iets over het hoofd ziet. Als
ik in vollen sprint ben, kaïn men mij vrij
wel niet volgen. Ik ben de heerqn dank
baar dat zij alles nog zoo goed bij houden.
VOORZ. Ik dacht wel dat Uwe aanmer
kingen niet van zoo'n importantie waren.
Daarom heb ik er mee gewacht tot na 't
afwerken der agenda. Ik neem 't U geens
zins kwalijk, dat U bij Ambtenaren Uw
licht opsteekt. Ik kan U van zelfspre
kend niet altijd ontvangen, maar in spe
ciale gevallen, wanneer U toch bij mij te
recht moet komen, zal ik U toch altijd hoffe
lijk ontvangen. Ik geloof dat het de vorige
keer een geval betrof, dat de Ambte
naren niet hadden moeten behandelen. De
betrokken Ambtenaar heeft ongevraagd
zijn advies een beetje opgedrongen, en
zoodoende iets medegedeeld, wat niet
juist was. Dat was verkeerd. Ik kon daar
echter ook niets aan doen. Bij U berust
de fout niet „anderen hadden een verkeer
de voorstelling gegeven.
dhr. BERBERS. Ik had er twee getui
gen bij toen mij die gegevens werden ver
strekt.
VOORZ. U zult thans tegen de notulen
van 22 Dec. 1937 wel geen bezwaar meer
hebben, en stel voor deze goed te keu
ren.
De notulen der openbare vergadering
van 22 December 1937 worden hierna z.
h. s. onveranderd goedgekeurd.
Rctodvraag.
dhr. DELHEZ. Ongeveer een jaar gele
den is er een raadsbesluit gevallen tot 't
geven van een toeslag aan werkloozen ten
behoeve van het doktersfonds. Tot heden
heeft nog geen uitbetaling plaats gehad.
Hoe komt het dat aan dit besluit na
een jaar nog geen uitvoering is gege
ven Ik weet dat dit het vorig jaar mis
schien moeilijk ging, omdat daarvoor geen
post op de begrooting was gebracht. Ik
heb op het bureau Sociale Zakem op aan
dringen van verschillende werkloozen, her
haaldelijk gevraagd wanneer uitbetaling
zou plaats hebben.
Daar werd mij gezegd dat ze daartoe
graag zouden overgaan, doch dat ze hun
werk toch al niet afkunnen. Ik weet dat die
ambtenaren overkropt met werk zitten.
Maar toen er een Seccetarie-Ambtenaar