f. 2 3 NOV. 1938 arbeiders dienen. Verder kunnen we niet ifCtA' gaan, want de Minister aou ons aan het verstand brengen dat we te ver gingen en daardoor aou de Rijksbijdrage verloren kunnen gaan. Alsdan werd de gemeente heelemaal niet meer geholpen. De heer Delhiea zit zelf in de Commissie voor de steunaanvragen en bet komt sleehts boogst zelden voor dat B. en W. van de adviezen dier Commissie afwijken. En deze afwijkingen zijn dan meestal nog niet van belangrijken aard. dhr. HERBERS. Ik heb zooeven ge boord dat mijn algemeena beschouwingen niet de volledige goedkeuring van den Raad kunnen wegdragen. U zegt dat ik beter gee|n oude koeien uit den sloot kan balen, maar U moet zich c*;is op mijn standpunt plaatsen. Als U meege maakt had, wat mij als raadslid is aange daan, zoudt U me beter kunnen begrij pen. Verder heb ik die oude toestanden nog eens opgehaald omdat er hier in Steenbergen den ïaatsten tijd veel wijzi gingen hebben plaats gehad. Er zijn hier menschen komen wonen die mij gevraagd hebben „Hoe komt 't toch dat U als dissident in den Raad zit Ik wilde dat in mijn algemeene beschouwingen duide lijk maken en ik geloof dat ik het goed gedaan heb. En nu kunnen de heeren denken „Die oude zit daar en hij zegt 't maar". Maar ze zullen ook moeten denken „Hij heeft veel meegemaakt Bij een vorige verkiezing heeft men nnj gevraagd om op de lijst van de R.K. Kies vereeniging te komen, maar toen ik mijn voorwaarden stelde ten aanzien van con trole enz. zijn de onderhandelingen af gestuit. De heeren weten nu waar het op staat. En wat betreft de werkverschaffing voor de ouden van dagen onderschrijf ik ten vol'le hetgeen door dhr. 1jlhez is ge zegd. En nu zal men misschien gelet op hetgeen ik in het begin der vergade ring heb gezegd -t— willen beweren dat ik inkonsekwent ben, maar toen had ik t oog op een man die jarenlang in gemeen tediensL is geweest e.n pensioen geniet en niet op die oude sukkelaars die op hun hoogen leeftijd nog broodeloos worden ge maakt. Deze menschen hebben tota.algeen inkomsten. Ik zal er verder niet veel meer van zeggenj ik zal er ook niet ziek meer van worden als ik die oude herinne- 44

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1938 | | pagina 125