<7^ /S^t/t/^~T~j 2 3 NOV. 1938 v Cf r JL .-'''-■ >w Men niiig de verantwoordelijkheid voor moeilijkheden die de mensehen eventueel mochten ondervinden toch niet schuiven op B. en W. aangezien deze toch geen, invloed kunnen uitoefenen op de gang van zaken bij (de Nederlandsche Arbeids beurs te Oberhausen. Wat betreft de kwestie van de arbei ders die gewerkt hebben in den Wierin garmeerpolderdeze zijn geschorst door den Minister. Dit is gebeurd zonder eenige voorkennis van B. en W.men hoeft ons zelfs geen advies gevraagd we hebben alleen maar de médedeeling van de schorsing ontvangen en deze door gegeven aan de betrokken arbeiders. De organisaties hebben zich tot de Minister gewend, die aan ons inlichtingen heeft gevraagd. De brief van den Minister is intusschen reeds beantwoord. Uw opmerkingen inzake Architect Hurks zijn niet juist. En wa ren verschillende liefhebbers voor het bouwen van het nieuwe gemeentehuis. Ten slotte bleven er twee over en toen is aan den Griffier der Staten om advies ge vraagd. Die heeft mij gezegd „Wie van de twee U neemt; het is altijd goed" U pakt niet mis". B. en W. hebben ook geconfereerd met de beide Architecten en met beiden is overeengekomen dat de gemeente-archi tect zijn taak zou, hebben. Vervolgens heb ben B. en W. in overleg miet de Commis sie voor Openbare Werken den heer Hurks als architect aangewezen. Wat betreft Uw gezegde inzake de te werkstelling van ouden van dagen. Men kan B. en, W. veel opdragen, ninar de vraag is, hoe moeten wij verwezenlij ken hetgeen men van ons vraagt. Ik ziou zelf nog veel meer willen doen, ik zou' liefst alle menschen aan het werk willen, zieltenals er maar gelegenheid was. dhr. SWAGEMAKERS. De heer Del- hez heeft in zijn algemeene beschouwin gen ook den Wethouder van Sociale Zaken aangestipt en wel inzake het geval van de arbeiders die in den Wie ring er meerpolder werden geplaatst en later door den Minister van Sociale Zaken zaken zijn geschorst. U hebt de heer Del hez hierover reeds geantwoord doch ik wil er nog aan toevoegen dgt 'B. en W. op soepele wijze de belangen van de 43

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1938 | | pagina 124