7 f: c6tst~ 2 3 NOV. 1938 kelij'k" is, M. de V. „het is miet onze schuld." M. de V., Het is hier zoo langzamer hand de gewoonde geworden om "bij de Algemeenie beschouwingen een terugblik te werpen op het jaar dat ver,streeken is en om zijn verwachtingen ten aanzien van de toekomst kenbaar te mtaken. En zoo dringt zich aan ons alst afgevaar digde van de, R.K. Landarbeiderspartij de vraag op Wat hebbenj we van, het komende jaar te verwachten M, de V., Wie zal mij durven tegen spreken als ik beweer dat het van, jaar tot jaar als slechter en slechter wordt, dat er „vooral onder de landarbeliders een steeds grootere ellende gaat heer- schen. Men zoekt en men tasten mein grijpt overal mis. Men zoekt het in, be perking van „dit" en beperking van „dat" en men vergroot er de werkloosheid door Men voert in het veehoudersbedrijf een teelt-beperking in en eenige maanden la ter moet de regeering tegen, hooge prijzen in het buitenland vleesch gaan koop-en. Voor de arbeiders is vleesch langzamer hand een, zeldzaam voorkomend artikel geworden. Ze kennen het alleen „nog" uit de crisisjblikk-en. En, onze kinderen zul len spoedig alleen, maar weten dat in de nieuwe spelling vleesch niet met s-c-h doch alleen maar met een s wordt ge schreven. Och ja, M. de V., in onze tegenwoor dige maatschappij is het misschien ook belangrijk dat men, weet hoe men het woord vleesch moet Sichrijven, dan, hoe dat „w-eelde-artikel" smaakt. Men maakt aan de eenen kant tarwe enz. voor voeding onbruikbaar en aan den anderen kant weten de werkloozen niet hoe ze een broodje betaald zullen moeten krijgen. 'Boter enz. wordt voor een krats aan het buitenland verkocht en onze eigen landgenoten weten niet eens hoe ze een half pondje margarine betaald moeten krijgen. Zoo zou ik kunnen doorgaan M. de V., ik kan me voorstellen dat onder de gegeven omstandigheden deze maatre gelen niet meer kunnen worden gemist omdat men zich zoodanig heeft vastge werkt, dat men niet meer weet welken 3b

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1938 | | pagina 117