2 3 NOV. 1938
liet bouwen der woningen was afgeleid en
liet Raadslid Herbers tijdelijk onscha
delijk was gemaakt. Ged. Staten dachten
er echter a,n»deirs over eta vonden geen
termen: aanwezig mij te 'schorsen. Het
gevolg hiervafi/ was weer 'buitengoinone
rumoerige, vergaderingen. Zellfs Ged. Sta
ten vroegen inlichtingen naar de oorzaak
daarvany, doch de ware. toedracht werd
huns niet medegedeeld.
In 1923 voor de verkiezing kreeg ik
van iemand de wenk dat mlen wilde track
ten door middel der kieisvereeniging mfcjn
zetel te boma-chitigem, dn dat was jgoedi
gezien, wauiit, als bestuurslid werd ik
niet herkozen en zóó werd ik ge|dwongcn
met eeni *vrye 'lijst 'te komidn waarvan de.
resultaten bekend 'zijn.
Eindelijk in 1927 werden 11. en W.
bereid gevonden. vcetn onderzoek ha,ar mijn
bewie,rijgen over idle woningen in te stel
len, dfit ige.sclriedde met behulp van een
Commissie d'aartoe aangesteld. Had men,
d'at vroeger (gedaan, dan, zou men nooit
de gelegenheid (gelhad hebben mij als eer
loos te kunnen 'beschuldigen, en nan dein
woningbouw geen h'/s ton beschikbaar
gesteld'. In 1931 kreeg 'ik officieert aan
zoek mij aan te sluiten bij die R.K. Kies,-
vere.enigingi van "dja 'zijdie was daar
tegen geen bezwaar, units, in jdd besttek-
k.en bij Aanbestedingen wan Openbard
lichamen we,rd iverir/e.ld, wat door het
bouiweni va;in iwoningep met steun dei
Gcnvc.enite cloor .mjij 'naar voren wa,s ge
bracht, doch ,men weigerde halstarrig 'die
voorwaarden te, necepteeren. Op aanra
den vaci vooraanstaande ingezetenen M.
de V. 'heb 'ik mij 'toen gewend tot ee'n.
hogere, autoriteit en wiel melt 'dlit succes^
da(t lafhartige lauamloze ingezonden mte-
dedeelingeni, wtaariu mijn teer en goeden
raam wierde.ni aangerand., direct zijn stop
gezet gewiorcleiï, zoodat 'eetn. groote ver
andering plaats had, en de menschen mjij
heler zijn gaga begrijpen,, en smet vol
doening moet ilc thaais constate eren M.
de V. dn,t linijra werkwijze en wat door
mij ia dea .Raad wordt gepresteerd naar
waarde wordt geschat.
Thans zit ik ingg 'in uw midden M. de
V. als een afgeleefd ineinsch die van zijn
laak als Raadslid een gewetenszaak
beeft gemaakt.
liet is treurig M. de V., voor de inge-
34
