92 - 7. SEP. 1037 7 dhr. van den BERGH. Ik geloof dat het beter zou zijn indien men voorloopig eens practisch te werk ging. Wanneer men eens begon met goede trottoirs aan te leggen „goede afvoergoten maakte, waar door het water kan worden geloosd; wan neer de samenwerking tusschen provincie en gemeente eens wat beter was, enz. dan zou men reeds een eind in de goede rich ting gaan. Een oud raadslid heeft me dezer dagen nog gezegd „Tegenwoordig spreekt en schrijft men over alles, wat niet uitvoer baar is, en wat wel mogelijk is, laat men zitten." Zoo is het ook inderdaad. Het gaat bij het Wit-Gele Kruis voor al om de volksgezondheid; daarom zou men die stinkende slooten kwijt willen. Verder is daar nog de vuilnisbelt, die in een be woonde omgeving ligt, en door de vele vliegen in dezen tijd van het jaar een ernstig gevaar voor de volksgezondheid op levert. VOORZ. Blijft U bij de orde, 't gaat thans niet over de volksgezondheid, doch over de rioleering. dhr. van den BERGH. Het Wit-Gele Kruis stelt zelf de Volksgezondheid op den voorgrond, en dat verzoek zijn we nu toch aan het behandelen; maar als U wilt zal ik er straks nader op terug komen. De meerderheid in Kruisland is zeker niet voor een rioleering, met 't oog op de groote kosten die daaraan verbonden zijn, en die toch in de vorm van straat belasting door de betrokkenen moeten worden opgebracht. Wanneer voorloopig gewerkt wordt op een degelijke afvoer van van het water dan is Kruisland al een heel stuk geholpen. VOORZ. Het plan van een rioleering te Kruisland zou zoo duur worden dat het eenvoudig niet te betalen is. Het dorp Kruisland ligt in een kom; het water loopt er niet vandaan maar trekt er naar toe. Nu wordt hier gezegd „We moeten doen wat practisch mogelijk is", en daar mee ben ik het volkomen eens, doch dan moet men er wel rekening mee houden dat we het gevaar loopt dat men het water ergens afvoert en een ander ge deelte er weer mee belast. Mijn voorstel is juist, om door den gemeente-architect eerst eens te laten onderzoeken, wat prac tisch mogelijk is. Ik stel daarom voor den

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1937 | | pagina 93