83
,V
kleed moest indienen. Zooals de Voor
zitter hier zegt, acht ik het juist. We
kunnen niet op mondelinge klachten in
gaan. Ik moet U trouwens ook zeggen,
dat ik nooit zooveel moeilijkheden met
dhr. van de Sande heb ondervonden.
dhr. HERBERS. U heeft er ook nooit
onder gewerkt. Hij is woest.
Maar U kent nu toch de grieven, dusi
dan kunt U toch de zaak onderzoeken. Ik
vraag U dit terwille van dien man.
VOORZ. We zouden het wel willen
doen ter wille van het raadslid, maar niet
ter wille van betrokkene. Deze laatste
weet hoe hij zich kan beklagen.
dhr. HERBERS. Ja, wel ter wille van
betrokkene. Dit is een werkman en die
moet beschermd worden. Daar zijn er hier
al meer aan den dijk gezet, doordat ze
niet beschermd worden.
Mijnheer v. d. Sande wil zelf een goed
salaris; dan moet hij ook mensehelijk zijn
voor zijn personeel en de verordening in
acht nemen.
VOORZ. Dat ben ik met U eens, maar
iemand die zich wil beklagen, moet zich
daartoe schriftelijk tot B. en W. wenden
dhr. SWAGEMAKERS. Het kan toch
nooit een bezwaar zijn, dat iemand zijn
klachten schriftelijk indient. De slager
moet natuurljjk volgens de verordening
uitbetaald worden en als dat niet gebeurd
kan hij een klacht indienen.
dhr. HERBERS. Als 't dhr. van de
Sande zelf was, zou niet gezegd worden
„Dien Uw klacht maar schriftelijk in."
VOORZ. Vast en zeker; dat is al meer
malen gezegd.
dhr. van NIEUWENHUIJZEN. Ja ze
ker, de vorige vergadering is nog gezegd
dat dhr. van de Sande maar een schrifte
lijk verzoek moet indienen.
dhr. HERBERS. Dat was weer wat an
ders, dat betrof een salariskwestie.
dhr. DELHEZ. Als arbeidersafgevaar
digde heb ik natuurlijk een warm hart
voor den slager van het noodslachthuis.
Ik blijf er verder op 't oogenblik tus-
schen uit of dhr. van de Sande of die man
verkeerd gedaan heeft; daarvoor ontbre
ken mjj de gegevens. Het is echter wel
goed dat B. en W. de zaak eens grondig
onderzoeken, want in ieder geval is er
iets niet in orde.
VOORZ. We zullen betrokkene zjjn
ii