f> (po jno? n Raad een uitspraak moet komen. WijU stellen daarom vóór om vóórloopig voói '""den tijd van één jaar aan te sluiten. Na afloop kunnen dan de resultaten worden nagegaan, en overwogen of de gemeente al of niet definitief zal toetreden. dhr. HERBERS. Ik voel 't meest voor het denkbeeld van den heer Delhez, n.l. dat de leden eerst eens gaan informeeren bij de menschen in een andere gemeente die gebouwd hebben. Anders worden we weer gewoon overrompeld; we moeten bij de menschen zelf gaan informeeren. VOORZ. Wanneer U eens bedenkt, hoe lang die zaak hier al hangende is, dan kunt U toch moeilijk blijven volhouden, dat U overrompeld wordt. dhr. HERBERS. Van die proefnemingen ben ik bang geworden. Als de Raad een maal A gezegd heeft, moet hij ook B zeggen. Mijnheer de Casserès heeft ons ook een proef laten nemen met zijn uit breidingsplan. Daar zitten we nu voor duizenden guldens in. Ieder jaar kunnen we maar betalen, en we hooren of zien er nooit iets van. dhr. van den BERGH. Wat zijn de kos ten Zullen de legesgelden voor de ?Bouwvergunningen weer moeten worden verhoogd de VOORZ. Die verhooging zal niet veel te beteekenen hebben, dhr. HERBERS. 't Kost in iedeer geval weer geld. VOORZ. Ik zal van het voorstel van B. en W. in stemming brengen. De zaak is voldoende besproken. dhr. HERBERS. Het voorstel van dhr. Delhez om eerst in andere gemeenten te informeeren is van verdere strekking en komt dus eerst in stemming. dhr. DELHEZ. Ik wil eerst een onder zoek doen instellen bij menschen die het werk van de Commissie zelf hebben mee gemaakt. dhr. van LOON. Dit voorstel is niet van verdere strekking, dan het voorstel van B. en W. Uw voorstel beoogt juist een uitstel van de beslissing. VOORZ. Ik begrijp thans den Raad werkelijk niet. In soortgelijke gevallen krij gen B. en W. steeds de opdracht om eens te informeeren. Dit is nu ook ge beurd, doch de Raad vertrouwt de zaak niet. Dit is werkelijk geen hoogstaand 16

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1937 | | pagina 51