n r-n 10"7 stand stoezieht een bespreking te houden wat ook is geschied. Mijn bezwaar heb ik weergegeven, namelijk dat aansluiting bij de Commissie voor Bouw- Woning en Welstandtoezicht voor woningen bene den f3000 praktisch niet te aanvaarden is Een landhuisstijl met die hooge daken is voor arbeiderswoningen veel te duur en bovendien zeer onpraktisch. Ik deed hier de toezegging met eenige teekeningén van de laatste woningen die door mij wer den gebouwd naar Breda te zullen komen en deze op genoemd bureau te bespreken. Dit is ook geschied. Op- of aanmerkingen werden er niet gemaakt. Het doel van mijn bezoek was ae tiians bestaande bouw verordening gewijzigd te krijgen. Bij later inzien zijn deze lichamen gescheiden en had ik geen resultaat. Verder heb ik nog een paar heeren van den Bond van Bouwpatroons ver zocht aan den Raad een request te richten te 1 einde een wijziging van de bestaande bouwverordening te verkrijgen, vooral met het oog o pde bestaande woningen is deze wijziging dringend noodig. Ik heb deze heeren toegezegd dat ik hen behulpzaam zou zijn, doch zij zijn in gebreke ge bleven. Ter gelegenertijd zal ik dus zelf deze aangelegenheid ter hand nemen. De verordeningen zijn gemaakt door menschen met een goed salaris. Zij ma ken er geen zonde van als zij eerzame menschen die spaarzaam zijn geweest en moeten bestaan van de huishuur der wo ningen die zij hebben, met hun overdreven ideëen ten gronde moeten richten of broo deloos maken. Maar waagt het niet een paar procenten van hun salaris af te halen, want dan nebben zij monden, als nijlpaarden. Wij hebben een Bouwver ordening, een streekplan, een wegenplan, een uitbreidingsplan, nu weer een wel standsplan, op den duur wordt het een „iratteplari" die echter veel geld kost. Als door mij wordt geadviseerd tot aan sluiting zou de Raad daartoe wel bereid zijn, maar ik kan de consequentie daarvan niet aanvaarden. dhr. van LOON. Deze zaak is hier al een paar maal aan de orde geweest. We weten van het werk van dit bureau heel weinig af; zelfs al is men er is geweest, kan men zich daarover nog geen oordeel vormen. De eenige methode is de proef 12

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1937 | | pagina 47