,y^, /j^iï iïkj-1 169 <rfjh dkSl* O o prr p»>y 25 heeren waren van meening dat betrokkenen eerst een verzoek moesten indienen, ter wijl één van oordeel was dat aan 's raads opdracht moest worden voldaan zonder meer. Het besluit der commissie om eerst een verzoek te laten indienen werd toen bij meerderheid genomen. Enkele dagen nadien werd de salariscommissie weer bij elkaar geroepen. Ik vroeg den Voor zitter wat we moesten komen doen. Dhr. Huijsmans antwoordde me daarop „Dat begrijp je wel. Ik kan me met het besluit der commissie geenszins vereenigen. We hebben alleen te voldoen aan de opdracht van den raad. Wenscht U dat niet te doen, dan kan ik met U niet langer samen werken en bedank ik als lid der Com missie. Hij stelde dus de portefeuille-kwestie Zoo iets doet men niet alleen in Den Haag zooals U ziet Ik heb dhr. Huysmans daarop gezegd „U bent van meening dat we verplicht zijn te voldoen aan de opdracht van den Raad. We zijn dat evenwel niet verplicht en wij meenen dat eerst een verzoek zal moeten worden ingediend. Vermelti in het rapport de meening van de meerderheid en van de minderheid en de zaak is op gelost". Dhr. Huijsmans voelde hier niets voor. Ik denk dat hij graag uit de Commissie wil. Als hq dat dan zegt, dan is de zaak weer in orde. dhr. DELHEZ. Ik acht het geval te luttel om daar nog woorden aan vuil te maken. Wel wil ik nog even opmerken dat ik me door niemand door de heer Herbers noch door een ander laat biologeeren. Iedereen kan een verzoekje schrijven en men moet dat dan ook maar doen. dhr. HUIJSMANS. Dal stond niet in de opdracht van den Raad VOORZ. Ik betreur het dat dit incident zich heeft voorgedaan. Wanneer er eens bezwaren rijzen dan vrage men een con ferentie aan met B. en W.. Als de Com missie zich in dit geval tot dit college had gewend, ware wellicht alle moeilijkheden opgelost geweest. Incidenten zijn nu een maal niet bevorderlijk voor een goede gang van zaken. Ik zou daarenboven de raad willen geven, om bij verschil van

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1937 | | pagina 170