164
9 9 prp r->7
20
wil U met een paar voorbeelden aantoo-
nen tot welke grove onbillijkheden deze
aanleiding gaf.
Iemand met een inkomen van f 2500 a
f3000 met 5 kinderen, wonende in huis
waarvan de huurwaarde f 400 bedraagt
betaalde wegens schoolgeld f 5 a f6 per
kind. Dit is geen te hooge belasting.
Neem nu het andere geval.
Iemand met een inkomen van f 1000 even
eens 5 kinderen en ook wonende in een
huis met een huurwaarde van ongev. f 400
komt voor de schoolgeldheffing hooger
dan f 25.per kind, omdat nu de aan-
slag is gebaseerd op den grondslag huur
waarde, terwijl in het eerste geval de aan
slag op het inkomen steunde.
dhr. van NIEUWENHUIJZEN. Ik ver
moed dat de heer Swagemakers zich ver
gist. Bij een inkomen van f 1000, wordt
men toch aangeslagen naar het inkomen
dhr. SWAGEMAKERS. Neen als men
5 kinderen heeft niet. U ziet de kinder
aftrek over het hoofd.
VOORZ. Er zullen altjjd personen wor
den getroffen. Men kan evenwel reclamee
ren bij den raad en deze is bevoegd het
verschuldigde geheel of gedeeltelijk onin
baar te verklaren.
Hierna wordt z. h. s. besloten tot vast
stelling eener verordening op de heffing
van een schoolgeld overeenkomstig het
door de financieele Commissie in overleg
met het B. en W. ingediende ontwerp.
r 11. Vaststelling eener verordening tot
heffing eener str^atbclasting.
De thans van kracht zijnde verordening
op de straatbelasting is door de Kroon
goedgekeurd tot 1 Januari 1938.
De raad ziet zich daarom verplicht
voor 1938 en volgende jaren een nieuwe
verordening op de straatbelasting vast te
stellen of wel te trachten de Kon. goedkeu
ring op de bestaande verordening te ver
lengen.
De Finantieele Commissie is van mee-
ning, dat in de thans in werking zijnde
verordening geen ingrijpende veranderin
gen behoeven te worden aangebracht, be
houdens een wijziging van artikel 7.
Artikel 7 van de verordening houdt in
een uitzondering voor de eigendommen
van gebouwde en van ongebouwde eigen
dommen bij Polder- of Waterschapsbe-