15 6
9 per r>?
reikt toen het Ambtenarenreglement werd
vastgesteld.
Bij het rijk en bij andere instellingen
gaan zij die 65 jaar zijn er onherroepe
lijk uit. Er wachten tal van jongere krach
ten op een baantje. Nu is de vraag of hij
nog bekwaam is. Hij is pensioensgerech
tigd en heeft bovendien nog een degeljjke
praktjjk.
Behalve die praktijk had hij nog een
nevenbetrekking die hem f 3000 opleverde
Als we ons moeten gaan afvragen heeft
hij een bestaan dan bezien we de zaak ab
soluut verkeerd.
Neem daartegenover b.v. maar eens een
werkman. Wordt die 65 jaar dan gaat hij
de straat op, en krijgt zelfs geen steun
meer. En hier wordt nog gepraat over een
man die nog een goed inkomen uit een
praktijk heeft en zich nog heel wat kan
permiteeren.
Is men 65 jaar geworden dan heeft men
eenmaal den leeftijdgrens bereikt en daar
mede uit. Waarom dan weer iets bijzon
ders? Indien nu weer gezegd wordt die
man mag blijven, wordt er willekeur be
dreven
Waarom niet ieder die 65 jaar is ge
worden zonder aanzien des persoons ont
slagen Dan kan ieder die die leeftijds
grens heeft bereikt wel komen vragen om
langer in dienst te blijven en staan we
steeds voor een zelfde geval. De desbetref
fende bepaling van het Ambtenarenregle
ment heeft dan geen zin
Het laat me koud wat de raad nu gaat
doen, maar ik zeg U „we gaan ih Steen
bergen weer eens iets bijzonders doen
Alweer willekeur
VOORZ. Ik ben het in zooverre met de
heer Herbers eens, dat we moeten uitgaan
van principieele beginselen. In het alge
meen ben ik er tegen om personen die
den leeftijd van 65 jaar hebben bereikt
en op volledig persioen recht hebben, te
handhaven. De bepalingen van het regle
ment staan er niet voor niets, voor onthef
ling van die voorschriften moeten bijzon
dere redenen bestaan.
Die redenen kunnen b.v. aanwezig zijn
doordat de betrokkene niet het volle aan
tal voor pensioen geldige dienstjaren kan
doen gelden en van zijn pensioen niet kan
rond komen. Nu kan men wel beweren dat 't
12