*5
17 jyn\/ ;^7
heeft de neer Delhez zijn verwondering
uitgesproken, dat er een oproeping van
sollicitanten voor de betrekking van con
troleur nad plaats gehad. Desgevraagd is
nem toen gezegd, dat men daarvoor nie
mand op net oog had.
Het verbaasde me in de Steenbergsciie
krant te lezen dat de benoeming had plaats
gehad.
dhr. HERBERS. Ik wil de heer van Loon
e\en opmerken, dat in mijn algenieene be
schouwingen de juiste toedracht is wee;-
gege\en. Destijds is medegedeeld, dat Je
heeren Melis en van Haaren alles samen
konden deen, waarna de afdoening dier
aangelegenheid is overgedragen aan B. en
\V. We weten niet noe het is gegaan. Wel
dat op 1 September j.i. de neer van Haa
ren tot controleur is benoemd. Ik verzoek
nu mijn motie in omvraag te brengen.
dnr. van N1EUWENHIJZEN. Ik wensen
eerst nog eens precies te nooren, wat
destijds is besloten. Eerst daarna kan me
een oordeel vormen over de motie.
HOOFDSTUK IX wordt vervolgens z.n.
s. aangenomen.
HOOFDSTUK X
Landbouw.
HOOFDSTUK XI.
Handel en Nijverheid.
HOOFDSTUK XII
Belastingen.
Worden z.n.s. aangenomen.
Bedrjjven.
VOORZ. Onder dit hoofdstuk ressor
teert het vleesehkeuringsbedrijf en mijn
heer Flerbers heeft gevraagd te mogen
spreken over zijn grieven omtrent het
noodslaehthuis.
Ik stel voor den heer Herbers het woord
te verleenen.
dhr. FIERBERS. Ik voel me verplicht, M.
de V. te spreken over den Vleeschkeurings
dienst. De houding van B. en W. in deze
aangelegenheid hebben mjj hiertoe genood
zaakt.
De onderlinge verhouding in het nood-
slachthuis laat veel te wenschen over.
Een klacht bij den Burgemeester door den
slager van Boxsel had tot gevolg, dat
de man werd aangeraden zijn ontslag
maar in te dienen. Een zwaardere straf
1 O
Hoofdstuk XIII.
29