124
1 7 |vny r>7
aangelegenheden, opdat deze daardoor een
betere kijk op de zaak zou krijgen en dan
gemakkelijker met de stand van zaken op
de iioogte kan blijven. Ik meen in dit ver
band te moeien wijzen op net gevaarlijke
van de te werkstelling in Duitschland, waar
katholieke arbeiders hun plichten op Zon
dag niet kunnen of mogen vervullen.
De lieer Swagemakers doet 't voorkomen
alsof een wetnouder de financieele Com
missie de scnuld heeft gegeven, dat dit
nooge schoolgeld wordt geheven. 'Ik neb
evenwel gezegd dat een wetnouuer de land-
arbeidersafgevaardigden de scnuld daarvan
in tie schoenen geschoven heeft.
Ik wil tnans wel even verder gaan. Een
belastingschuldige heeft Wethouder Swage
makers de vraag gesteld hoe het komt dat
hij een zoo hoog schoolgeld moest belalen.
De Wetnouder heeft daarop geantwoord
„dat ligt aan jullie aroeider.;afgevaardigden
in den Raad. Dii is bezijden de waarheid.
De lieer Swagemakers had moeten zeg
gen zocals net ook werkelijk is -
dat deze verordening ons door Qed. Staten
iopgedrongen.
dhr. HERBERS. De heer Moors hfen
te kennen gegeven ook met ni.'j sa nen te
willen werken. Ik ben daartoe eveneens
bereid en tracht de zaken steeds zoo te
regelen, dat overeenstemming is te s ere.-
ken. Als een benoeming tot den Raad be
hoort, moet de Raad dat toch weten. Ik
heb nog geen antwoord gehoord op mijn
vraag waarom de Raad bij de aanstelling
van een controleur is gepasseerd. Ik heb
reeds duidelijk naar voren gebracht op
welke wijze de benoeming van de heeren
Melis en van Haaren heeft plaats gehad.
Nu is er een oproeping geschied en deze
aangelegenheid had nu in den Raad moe
ten komen. Wil men een goede verstand
houding dan moet men aan den Raad
laten wat tot zijn competentie behoort.
Is hier een vergissing begaan dan kan
men dat gerust bekennen is er evenwel
opzet in t spel, dan is liet nog erger. Het
antwoord van den Voorzitter is onbevre
digend
Waarom zeggen Burgemeester en Wet
houders niet cf er al dan niet een ver
gissing is begaan Op de een of andere
manier zal net College toch van antwoord
moeten dienen. De door mij uitgeoefende
critiek is gegrond en ik zou gaarne zien dat
18