122
1 7 Mnv/- ri7
t. de aanvrage tot net houden eener col
lecte wordt herhaald, zal er "door B. en W.
geen bezwaar worden gemaakt.
Met betrekking tot de drinkwatervoorzie
ning in net woonwagenkamp kan ik U
mededeelen, dat we ons nebben gewend
tot de waterleiding Maatscnappij met ver
zoek ons opgave te verstrekken van de
daaraan verbonden kosten.
Voorts zullen we zooveel mogelijk reke
ning houden met den wensch om de plaat
sing bij een werkverschaffing niet uit te
stellen totdat betrokkenen geheel zijn uit-
uitgetrokken uit de werkloozenkas.
dhr MOORS. In zijn algemeene beschou
wingen heeft de heer Herbers mijn naam
genoemd. Ik zal trachten ook met hem
in goede verstandhouding samen te werken.
Dit neemt eenter niet weg, dat ik me bij
een benoeming niet door uem zal laten
intimideeren, als ik er van overtuigd ben
te handelen overeenkomstig mijn principe.
Wat voorts de benoeming vat] den con
troleur betreft, merk ik op, dat Burgemees
ter en Wethouders daarbij met de meeste
zorg zijn te werk gegaan.
Betrokkene zal blijk moeten geven, voor
zijn taak bekwaam te zijn. Diens benoe
ming is tuans nog van tijdelijken aard.
Het spijt mij van dhr. Delhez aanmer
kingen te moeten vernemen omtrent net
stopzetten van de steunregeling. Ik heb
destijds de afgevaardigden met de grootste
voorkomendheid ontvangen en mijn uiter
ste best gedaan om de steunregeling weder
in werking te stellen. Alvorens een be
slissing kon worden genomen, moest een
onderzoen naar een en ander worden inge
steld. Zoodra bleek, dat net weder in wer
king stellen van de steunregeling noodig
was, is zulk ook geschied.
dhr. SWAGEMAKERS. Uit de algemeene
beschouwingen van den lieer Herbers heb
ik vernomen, dat er neel wat te zeggen valt
over de benoeming van den controleur.
Ik kan nier aan toevoegen, dat deze be
noeming niet heeft plaats gehad met alge
meene stemmen. Van den persoon zelf
valt niets te zeggen. De wijze evenwel
waarop deze benoeming is geschied, kan ik
geenszins goedkeuren. Dit is een metnode
van 30 a 40 jaar terug.
De neer Delhez heeft in zijn algemeene
beschouwing ncgal uitgewijd over de uit
voering van de steunverleening en de werk-
16