120 1 7 jtfny 1^17 ten zeerste prijs op haar eigen meening ten aanzien van de aan de orde zijnde onderwerpen. Ik noop dat de teleurstelling niet van lange duur zal zijn en dat we er in zullen slagen den neer Herbers te overtuigen, dat we steeds bereid zijn tot de grootst moge lijke samenwerking. De Heer Herbers zegt liet optimisme van het Dagelijksch Bestuur ten aanzien van den financieëelen toestand der Ge meente niet te kunnen deelen. Ook B. en W. zijn te dien opzichte niet optimistisch gestemd, al is hel opmaken der begrooting gemakkelijker gegaan dan vorige jaren en al sluit de begrooting met een flink bedrag voor onvoorzien. Wij zouden gaarne gekomen zijn met een voorstel tot verlaging der belasting, doch durven zulks met het oog op de tijdsoinstandigneden nog niet aan. Indien evenwel de verbetering, zooals die zien dit jaar heeft doen kennen, aan houdt, bestaat er goede hoop, dat U vol gende jaar een voorstel tot verlaging der personeele belasting kan worden voorge legd. De verbetering moet dan blijven voort duren. De Heer Herbers vraagt of we tevreden zijn over de medewerking van den Raad met betrekking tot den raad- nuisbouw. Ik vraag me a'f or van de zijde van het Dagelijksch bestuur daarover ooit is geklaagd. Wij stellen die medewerking op zeer hoogen prijs. De kwestie van de benoeming van een controleur voor de steunverleening en de werkverschaffing i s reeds onderworpen aan het oordeel van de Ministers van Sociale Zaken en 'Binnenlandsche- en kunnen we dus veilig de beslissing in hoogste instan tie afwachten. De neer Delhez heeft een taal doen liooren, die feitelijk buiten den Raad om gaat en meer benoort tot de landspolitiek. I oen heeft hij enkele wenschen naar vo ren gebraent, die ik even wil beantwoorden. Ien eerste de arbeidsverdeeling van Bur gemeester en Wethouders. De heer Delhez zou gaarne een der Wetnouders meer in 't bijzonder belast zien met de zorg voor Sociale Zaken. Deze aangelegenheid zal ik bespreken met net College. Ik wil even wel reeds thans opmerken, dat inen het wer kvan de Wetnouders niet moet onder- 14

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1937 | | pagina 121