119 17 Nnv' '^7 een gemeentewerkman, die daar toch langs komt tweemaal per dag de gebruikers van het woonwagenkamp van drinkwater te voorzien. Ik geloof dat we hierdoor op een eenvoudige manier een moeilijke si tuatie kunnen oplossen en de ingezetenen voor veel overlast sparen. Zoals de toe stand op net ogenblik is, is ze toch 011- noudbaar. M.d.V. Ik ben hiermede gekomen aan het einde dezer algemene beschouwingen Zoals U verwachten kon heb ik wat langer stil gestaan bij net werkloosheidsprobleem. In verband hiermede zou ik het Dagelijks Bestuur nog wel met veel meer klem willen, verzoeken om toen de grootst mogelijke activiteit aan den dag te leggen ten aan zien van de objecten van werkverscnaffing. Het is bovendien in net belang van de Gemeente dat U de werklozen niet nun werklozenkas geneel laat uittrekken, alvo rens hen aan de werkverschaffing te plaat sen. Dit wordt op den duur een grote strop voor de Gemeente. M.d.V. Ik moge niermede eindigen en de hoop uitspreken dat B. en W. de door mij naar voren gebrachte wensen zullen willen behartigen en ook in de toekomst de Raad tegenover onze voorstellen, die toch steeds een redelijken ondergrond had den, een welwillende houding zal weten aan te nemen. VOORZ. Ik wil de heeren die 't woord hebben gevoerd beantwoorden. De Heer Herbers is in zijn algemeene beschouwin gen begonnen met zijn teleurstelling uit 'te spreken over de samenwerking tusscnen den Raad en het college van Burgemeester en Wethouders. Het spijt mij deze klacht van den heer Herbers te moeten vernemen. De vraag is wat beschouwt U als teleur stelling? Ik geloof dat B. en W. steeds blijk hebben gegeven bereid te zijn tot overleg. Zoo is net veelvuldig voorgekomen dat onderwerpen door het college werden behandeld met de Commissie voor Open bare werken, de Financieëie Commissie, de Salaris-commissie. Deze conferenties ver liepen steeds in de beste harmonie. Nu kan men misscnien onder samenwerking verstaan, dat de naar voren gebraente wen- schen steeds zonder meer door B. en W. worden overgenomen, doch dan heeft men daarvan een verkeerd idee. Het College zal zeer gaarne blijven samenwerken, doch stelt •3

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1937 | | pagina 120