2 5 NOV een bedrag van f64.80, inbegrepen zelfs f24.— die mij in rekening waren gebracht, voor twee woningen die niet zijn gebouwd, alleen voor adviezen. De Voorzitter ging hiervoor naar Den Bosch om deze zaak goed te praten, wat de bedoeling is ge weest zal later blijken. De heer Theunisse nad zien voorbij gepraat en mij kwam ter oore, dat men mij in den Raad eens zou interpelleeren want ik had willens en wetens getracht verschuldigde legesgelden te ontduiken!! De Wethouders en de meeste Raadsle den waren van deze aangelegenheid onkun dig gelaten. Die vlieger is niet opgegaan daar het advies in Den Bosch is geweest gewoonweg het verschuldigde bedrag te betalen. Ik ben echter zelf ook naar Den Bosch gegaan, waar mij de vraag werd gesteld staat dat in de Verordening Deze verordening nu was door mij niet inge zien en denkende dat een ander zoo eer lijk is als ikzelf, maakte ik de fout te antwoorden ik geloof wel dat het er in staat. Bij het nazien echter der verorde ning stond ik verbluft, en kwam tot de conclusie dat mij een bedrag van f54.— te veel in rekening was gebracht. Ik werd zoo koud als marmer M. de V., Toen pas kwam ik tot de ontdekking met welK doel die te hoge rekening mij terhand was gesteld. Het verder verloop is de heeren bekend. Het te veel betaaldé werd door mij terug gevorderd en later terug betaald. Deze aangelegenheid werd in beslo ten vergadering behandeld. De Voorzit ter verzocht mij de vergadering te ver laten. Kalm en bezadigd werd door mij nog getracht mijn Collega's de toedracht der zaak kenbaar te maken wat mij door den Voorzitter met dreigementen werd be let, en ik werd als een hond uit de ver gadering gejaagd, wat in tusschen weer in strijd was met Art. 52 en 72 der Gemeen tewet. Indien de Voorzitter nu mij later maar had gezegd, een vergissing te hebben be gaan en wat driftig te zijn geweest, dan was de zaak van de baan en de vrede geteekend De Voorzitter echter zweeg in alle talen waarom ik mij met een protest heb ge wend tot den Commissaris der Koningin Door een ambtelijk schrijven van den 9

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1936 | | pagina 98