5
2 2. JAN. P38
Nu is het inderdaad zoo, dat diegenen
die de grootste salarissen hebben het eerst
een offer moeten brengen, de arbeiders
moeten dat zelf ook wel en dikwijls een
veel grooter offer dan van de menschen
met groote inkomens wordt gevraagd.
Ik kon met dit rapport van de Vleesch-
keurings-commissie zoo maar niet zonder
meer accoord gaan, omdat ik van meening
ben dat de hoofdbetrekking van den heer
van de Sande in dienst der gemeente is.
Dus mijns inziens moet op het salaris van
den neer van de Sande niet 10 pet. doch
5 pet. pensioen verhaald worden.
Hier in den Raad is herhaaldelijk ge
zegd, en wel door mijnheer Herbers dat
het de arbeidersafgevaardigden zijn die
voor de groote tractementen vechten. Doch
dat is onwaar, wij zijn ervan overtuigd dat
ieder een offertje moet brengen, en dat
men bij salarisverlaging van boven af moet
beginnen. Laat men eerst de Ministers ver
lagen, maar niet onderaan de rij beginnen.
Dat is hier door mij ook altijd uiteen ge
zet. Ik zal me thans ook niet verder te
gen het voorstel van de Commissie verzet
ten, hoewel ik het niet in den haak vind.
dhr. HERBERS. Destijds was de functie
van den heer van de Sande in ieder geval
een nevenbetrekking. Dat de praktijk wat
achteruit gegaan is, zal wel waar zijn,
maar dat is met a lie zaken het geval.
Wat men niet uit het oog moet verlie
zen is dat dhr. van de Sande nog andere
inkomsten heeft. Als men hier die steun
trekkers ziet staan, dan moet men toch zeg
gen dat die man niet ziet wat er rondom
hem gebeurd, als hij nu nog aan die 5 pet
wil vasthouden. Menschen met zoo'n sala
ris moeten over dergelijke dingen niet be
ginnen. Voor mij staat het vast dat de
functie van Hoofd van den Vleeschkeu-
ringsdienst een nevenbetrekking is. Toen
dhr. van de Sande destijds is aangesteld
geworden, is hier nog overwogen of het
i niet de voorkeur verdiende voor dit werk
één persoon te benoemen, die dan niets
anders zou hebben te doen. En achteraf
beschouwd moet ik zeggen dat dit de juis
te oplossing was geweest; we hadden deze
heeren nooit moeten aanstellen.
dhr. van NIEUWENHUIJZEN. Men
kan er lang en breed over debatteeren of
we hier met een nevenbetrekking hebben
te doen of niet. Wanneer men zich plaatst