60 2 9. JUL. 1838 VOORZ. U noemt geen bijzonder geluk .4A k'g motief om aan te toonen dat in het Smidsstraatje behoefte bestaat aan een _7^f* fj eenrichting verkeer. Het hotel van dhr. Huijsmans is ook bij deze regeling op ver schillende manieren te bereiken. dhr. MOORS. Is het mogelijk dat van deze voorschriften dispensatie wordt ver leend B.v. voor menschen die in de desbetreffende straten wonen VOORZ. Volgens het motor- en Rijwiel reglement is het steeds mogelijk dat B. en W. dispensatie verleenen. dhr. HERBERS. Ik woon in één van die straten die afgesloten worden. Ik ben iemand op leeftijd en veronderstel dat ik eens met een auto zou moeten worden thuisgebracht; dan zou die niet in de straat mogen komen. VOORZ. Dergelijke gevallen, en wan neer b.v. een dokter een patiënt moet op halen zullen natuurlijk altijd worden toe gestaan. dhr. JOCHEMS. Wanneer voor de stra ten een éénrichtingverkeer wordt ing- voerd, dan kunt U toch alle bezwaren voorkomen. VOORZ. Dat éénrichting verkeer wordt ook voorgesteld. dhr. VAN LOON. Ik denk hier nog aan een voorbeeld, namelijk aan een zeer smal straatje dat uitkomt op de markt van 's-Hertogenbosch, naast het Stad huis. Dit straatje is zeer smal én toch is dit niet afgesloten, maar volstaat men; met een éénrichting verkeer. Men heeft ingezien dat met 't oog op de drukte die op de markt van den Bosch kan heerschen, gewenscht is, dat dit straatje wordt dienstbaar gemaakt voor het af vloeien van het verkeer. VOORZ. De Raad moet in dezen we ten wat hij doet. Naar mijn oordeel en dat der politie moeten bedoelde straten worden afgesloten. Willen de heeren an ders, mij goed, maar dan is de verant woordelijkheid voor den Raad. dhr. HERBERS. Het levert toch wel bezwaren op als men de Klaverstraat gaat afsluiten met 't oog op de menschen die daar wonen. Een kolenhandelaar b.v. zou een heel stuk moeten omrijden. VOORZ. Het bezwaar dat een per soon een paar straten moet omrijden weegt niet op tegen het groote belang van de veiligheid van het publiek. De leden hebben de stukken nog niet zoo lang in hun bezitik heb er geen 3 7 /x VUUK/.. u noeini geen uijiuuuci gciun.

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1936 | | pagina 61