5 3 2 7 komen plukken, doch het loon dat daar mee voor volwassenen is te verdienen, is geen menschwaardig loon meer. De men- schen blijven nog ver beneden het loon van de werkverschaffing. Dank zij de me dewerking die ik van den Burgemeester mocht ondervinden is een en ander nog goed van stapel geloopen. Nu heb ik na dien nog vernomen dat ongeveer 35 a 36 menschen die zich naar Fijnaart bega ven om erwten te plukken, zijn bekeurd geworden omdat ze geen belastingplaatje en geen weggeldkaart voor hun fiets had den. Hieronder bevonden zich menschen van wie ik zeker weet, dat ze eerst brood hebben moeten schooien voor ze naar hun werk konden. Het is wel verschrikkelijk dat eerst de menschen van hooger hand geprest worden om voor elk loon werk te aanvaarden en bovendien nog een bekeu ring oploopen. Ik maak hier geen verwijt aan het gemeentebestuur, want de Burge meester heeft volop zijn medewerking ver leend. Terwijl de Bond een scherpe houding aanneemt, en door een arbiter het contract loon in het landbouwbedrijf is vastge steld, gaan de werkgevers nog steeds voort met de menschen ver beneden het contractloon te laten werken. En de Mi nister steunt hen daarbij nog, door aan de gemeentebesturen een schrijven te richten dat de arbeiders verplicht zijn, dit werk beneden het vastgestelde loon te aan vaarden. Dat is meer dan ergerlijk! Ik heb verder gelezen dat menschen die vier weken in de werkverschaffing heb ben gewerkt, één wachtweek zullen moe ten doormaken alvorens ze weer voor steun in aanmerking komen. We weten toch allemaal dat de menschen die een gezin hebben te onderhouden bij een loon van f 10 a f 12 per week, niet bovendien nog een week op hun vet kunnen teeren. Ik weet dat er nu reeds gezinnen zijn, die in dezen tijd van het jaar brood moeten schooien. Ik hoop derhalve dat B. en W. dit dreigement zullen intrekken, want men verlangt van de werkloozen het onmo gelijke. Op die manier worden de arbeiders ge dreven in de handen van de extremistische elementen, men jaagt ze naar het com munisme of de N.S.B. Ik ken een gezin van 12 kinderen; de 7

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1936 | | pagina 54