7 5 2 3. DEC. 1936 fO.lO, 2de rang voor plaats bespreken Als we verder nog nagaan wat bij die ge legenheden op de consumptie wordt ver diend, dan komt dat toch allemaal ten goede aan die zaak. Als andere vereenigingen een uitvoering geven, dan moet zelfs de geringste nog betalen, maar bij de Patronaten is alles vrij. Ik geloof dus dat we aan die instel lingen al voldoende tegemoetkoming ver kenen. Ik zit hier voor het algemeen be lang en niet voor het belang van enkele menscben, en ik kan geen vrijheid vinden om deze subsidie nog met f 100 te verhoo gen. dhr. MOORS. Het is niet juist dat deze subsidie 'a lleen geldt voor het strijkje. Zij is bestemd voor de jeugdbeweging in het algemeen en het strijkje is daar maar een onderdeel van. "Het gaat hier om de vorming van de vrouwelijke jeugd, en als dat geen algemeen belang is, dan weet ik niet meer wanneer we daarmee wel te doen hebben. Nu de heele wereld op z'n kop staat is het meer dan ooit noodig dat aan de jeugd in zijn moeilijkste jaren leiding gegeven wordt. Wat betreft de prijzen van f0.20 en fO.lO, deze zijn voor een uitvoering al heel laag. Denken de heeren er ook wel aan, wat zoo'n uit voering kost De waarheid is dat er nog geld bij moet. dhr. DELHEZ. We zijn eenigszins af gedwaald. Ik heb groote waardeering voor het jeugdwerk maar heb in de financieele Commissie mijn standpunt reeds ingeno men, n.l. om het subsidie-bedrag ponds pondsgewijze te verdeelen. dhr. SWAGEMAKERS. De verschillende subsidiebedragen zijn eerst geregeld door de financieele commissie, later door B. en W. in overleg met de Commissie en men is toen geheel tot overeenstemming gekomen. Dus zou men verwachten dat de heeren ook hier aan hun eenmaal inge nomen standpunt zullen vasthouden. Toen dhr. Moors hier de vorige vergadering met een voorstel kwam om de subsidiebe dragen te verhoogen, verwonderde het me dan ook dat de Voorzitter direct f 100 op de begrooting vond, en ook weer af week van het voorstel van B. en W. VOORZ. Uw bewering is niet juist. Ik heb me de vorige vergadering heelemaal niet uitgesproken of ik voor of tegen het

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1936 | | pagina 126