i' O a c/ 1^1 2 5 m. ,r!*?R Op den post controleurs der steunver lening is 1100 over. O kunt dus het voorstel doen om dezen post met 1100 te verlagen en het subsidie voor het jeugdwerk daarmee te verhoogen. dhr. MOORS stelt voor de post jaar wedde controleurs steunregeling met 1100 te verlagen de post subsidie jeugdver- eenigingen met dit bedrag te verhoogen. dhr. RUIJTEN ondersteunt dit voorstel, dhr. HERBERS. Ik ben van meening dat we tegenover de jeugdorganisaties steeds een correcte houding hebben aan genomen. Als we nagaan wat er gedaan wordt voor de uitvoeringen en vrijstel ling van vermakelijkheidsbelasting enz., dan geloot dat we steeds zeer coulant zijn geweest. Ik achthet daarom onnoodig de zen post te gaan verhoogen. dhr. DELHEZ. Als [id der fmancieele commissie heb ik deze aangelegenheid ook onder de oogen gezien. Ik ken het jeugdwerk en ik respecteer het ook ten volle omdat daar toch dikwijls de kiemen worden gelegd voor de vor ming van de menschen in de maatschap pij en meer speciaal voor ons Roomsch organisatie leven. Wij moesten bij de be oordeeling van de begrooting echter ook zorgen dat we de eindjes aan elkaar ge knoopt kregen. Nu we eenmaal een besluit genomen hebben, kan ik daarop niet gaan terug komen. dhr. HUIJSMANS. Het voorstel van den heer Moors om die post met 110Q te verhoogen is me zeer sympathiek, maar omdat bedrag te gaan halen op de be zoldiging van de controleurs voor de steunregeling, daarvoor voel ik minder. Die jaarwedden zijn nu eenmaal vast gesteld, en om die post te gaan vermin deren om een anderen post te verhoogen, lijkt me niet juist. VOORZ. De Minister heeft een be drag aangegeven. dhr. MOORS. Ik had die menschen ook graag hun salaris gegund, maar de Minister komt er op tegen. dhr. HUIJSMANS. Als dit subsidie mocht worden verhoogd, "kan die verhoo ging toch ook worden gevonden uit on voorzien. Mocht dan Tater blijken dat die 1100 niet aan de controleurs kunnen wor den uitbetaald, vervallen ze toch aan de gemeente. dhr. van NIEUWENHUIJZEN. Het is noodzakelijk dat ik over die subsidieering van de jeugdorganisaties ook iets zeg, hoewel ik dit ongaarne doe. Als men die siibsidieerïng beziet, moet men niet ver- i 34

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1936 | | pagina 113