-/->»-
°- R
- 2. JUL.
lid om persoonlijk te zijn, maar nu ik zelf
persoonlijk wordt aangevallen wil ik den
Voorzitter wel eens vragen 'hoeveel malen
mijnheer Herbers op vh.et bureau voor
Openbare Werken inlichtingen heeft ge
had, of aan hem hulp is verleend en of
mijnheer Herbers de daarvoor verschuldig
de legesgelden al betaald heeft.
dhr. HERBERS. Die zaak is nu niet aan
de orde, laten we eerst de steunregeling
afhandelen. Daarna wil ik den heer Del-
hez wel van antwoord dienen.
dnr. SWAGEMAKERS. Mijnheer Delhez
zegt dat de vorige vergadering de steun
regeling eenzijdig is behandeld en dat er
een zekere persoonlijkheid in naar voren
is gekomen. Ik heb dat persoonlijke ech
ter niet opgemerkt.
De zaak is d us Mijnheer Herbers heeft
de steunlijsten ingezien, en daarbij- be
merkt dat er teveel steun was uitbetaald.
Dit is in de vorige raadsvergadering naar
voren gebracht. Ik had gehoopt dat we in
de toekomst daar niet meer op zouden be
hoeven terug te komen, maar den heer
Delhez scnijnt er toch nog op te willen
terugkomen. Ik ben van meening dat
wanneer iemand voor de toepassing der
steunregeling geen juiste opgaven heeft
verstrekt, hij ook gestraft dient te worden
Dit is dan een zaak voor B. en W., maar
door B. en W. werd de een gestraft en de
andere niet. Wanneer er fouten vermoed
worden, dan dienen B. en W. een onder
zoek in te stellen, en daarbij moeten alle
steuntrekkenden op één lijn worden ge
steld.
dhr. van den BERGEI. Mijnheer Swage
makers bescnuldigt Delhez dat hij weer op
de zaak is teruggekomen, maar ik geloof
dat dit juist door mijnheer Herbers is ge
beurd.
Ik had gemeend dat na de bespreking
in de laatste vergadering, en daar het on
derzoek heeft uitgewezen dat de heeren
Kostermans en Delhez geen schuld treft,
deze zaak niet meer naar voren zou zijn
gehaald.
Het ligt toch niet op den weg van *den
Raad om telkens weer maar van voren af
aan te beginnen zooals mijnheer Herbers
gedaan heeft.
Wanneer U er van overtuigd was dat
die menschen schuld hebben, dan moest
die scnuld in B. en W. toch kunnen wor
ii